1E woensdag 16 februari H4.3 deel II

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Als je 

binnenkomt:

BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?

BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?

HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?

ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?

STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 

BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Wat gaan we doen vandaag:

• Huiswerk controle
• 10 minuten lezen; de voorleesstrijders! Stemmen voor vrijdag. 
• Terug naar leerdoelen H4.3
• Huiswerk bespreken
• Zelfstandig aan het werk

• Lesafsluiting

Zorg dat je boek open ligt

Je mag even met elkaar praten, maar als ik verder ga met de les is het stil. 

10 minuten lezen

We gaan verder met het verhaal over Sjaaks verliefdheid op Merel. 

Maar, nog even over de voorleeswedstrijd:

Vrijdag het 1e uur is de voorleeswedstrijd in de aula. 

De klassen strijden tegen elkaar, en de winnende klas doet mee met de scholenwedstrijd in de OBA op 9 maart. 

Let op: degene die meedoet, krijgt een....

TAART!!!

Je bent supercool als je meedoet. 

En ik wil graag laten zien hoe goed mijn leerlingen kunnen lezen! Maak me trots!

Dus wie doet er mee??

Maar als je WINT:

 

1e winnaar: cadeaubon 25 euro

2e winnaar: cadeaubon 20 euro

3e winnaar: cadeaubon 15 euro

10 minuten lezen

Lesdoelen vandaag:

1. Na deze les kan je de tekstdoelen informeren en amuseren herkennen. 

2. Na deze les kan je een instructie in een tekst herkennen.

3. Na deze les kan je verwijswoorden herkennen.

 Wat wil de schrijver met deze tekst?

 Wat wil de schrijver met deze tekst?

 Wat wil de schrijver met deze tekst?

Wat wil de schrijver met deze tekst?

Leertekst p. 27

Nakijken 1 t/m 9

Ik heb een boek gelezen. Het was heel vet, het ging over het personage Lars. Hij had een soort superkracht, hij kon niet dood. 

Aan de slag...

Huiswerk voor morgen: 

Maak opdracht 10 t/m 20 van hoofdstuk 4.3 (Lezen).

Maak de opdrachten met aandacht. Lees de vragen en teksten dus goed!

Lesdoelen vandaag:

1. Na deze les kan je de tekstdoelen informeren en amuseren herkennen. 

2. Na deze les kan je een instructie in een tekst herkennen.

3. Na deze les kan je verwijswoorden herkennen.

Evaluatie

• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?
• Wat is het huiswerk voor morgen?