NaSk jaar 2 - Les 19: Geluid 4.3

Startopdracht:
Hoe krijg je met een muziekinstrument een hoog geluid en hoe een laag geluid? 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht:
Hoe krijg je met een muziekinstrument een hoog geluid en hoe een laag geluid? 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht:
Hoe krijg je met een muziekinstrument een hoog geluid en hoe een laag geluid? 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boeken
- Schrift
- Pen 
- Rekenmachine

Pak je huiswerk
Lees de tekst bij 4.3 


 
Startopdracht:
Hoe krijg je met een muziekinstrument een hoog geluid en hoe een laag geluid? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 4 - Diapositive

Nu absenties
Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Lesdoelen
  • Hoofstuk 4 Geluid
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • KAHOOT???


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

  • Je kunt aangeven hoe je op een muziekinstrument tonen maakt.
  • Je kunt uitleggen waarom de ene toon hoger of lager klinkt dan een andere toon.
  • Je kent het gehoorbereik van de mens



















Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 4 Geluid 
4.1 Geluid maken en horen
4.2 Geluidssterkte
4.3 Hoge en lage tonen
4.4 Beeld en geluid

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Frequentie
Als een voorwerp trilt beweegt het heen en weer. 
Een snaar kan gemakkelijk 1000 keer per seconde heen en weer terug bewegen.
Hoe sneller iets trilt, hoe hoger de toonhoogte.
Frequentie (f): aantal trillingen per seconde (s)
1 Hertz (Hz) = 1 trilling per seconde


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14000 Hz is hoeveel KHz
A
14
B
140
C
0.14
D
1400

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0,75 KHz hoeveel Hz
A
7,5
B
75
C
750
D
7500

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten muziekinstrumenten
Blaasinstrument
Snaarinstrument
Slaginstrument

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt
Snaarinstrumenten
  1. De dikte van de snaar: hoe dikker de snaar, hoe lager de toon;
  2. De lengte van de snaar: hoe langer de snaar, hoe lager de toon; 
  3. De spanning van de snaar; hoe lager de spanning, hoe lager de toon; 
Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt.
Een snaarinstrument kan je stemmen door de snaren de juiste spanning te geven. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Toonhoogte veranderen 
Blaasinstrument: door open en sluiten van gaten veranderd lengte van lucht kolom. hoe langer de luchtkolom hoe lager de toon

Slaginstrument: door losser en strakker draaien van vel kun je toon hoger en lager maken. Hoe strakker het vel hoe hoger de toon. 

Toonhoogte veranderen blaas/slag instrumenten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaasinstrumenten

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slaginstrumenten

gong
drumstel
xylofoon
conga
Bongo

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slaginstrumenten: zonder vel
Buisklokken


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Opdracht 3 t/m 17 op pagina 207
Vragen?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GEHOOR-BEREIK
De laagste toon die mensen kunnen horen is 20Hz
Dit noemen we de onderste gehoor-grens

De hoogste toon die mensen kunnen horen is 20.000Hz (20 kHz)
Dit noemen we de bovenste gehoor-grens

Als je ouder wordt ga je hoge tonen steeds minder horen, dus je bovenste gehoorgrens wordt dan lager. De onderste gehoorgrens verandert niet veel.




Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gehoordrempel:

Geeft aan Hoe hard geluid moet zijn om te horen


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke geluiden hoor je?
  • Onderste gehoorgrens: laagste toon die je kan horen als mens: 20 Hertz
  • Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die je kan horen als mens: 20000 Hertz.
  • Gebied tussen de onderste en bovenste gehoorgrens heet: gehoorbereik

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 12 t/m 21 op pagina 219
- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk



timer
10:00
KAHOOT??

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

  • Je kunt aangeven hoe je op een muziekinstrument tonen maakt. ✔
  • Je kunt uitleggen waarom de ene toon hoger of lager klinkt dan een andere toon. ✔
  • Je kent het gehoorbereik van de mens

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor volgende les



- opdracht 12 t/m 21 op pagina 219


Tot de volgende les!

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions