Korstdegen & zanddegen

Goedemorgen bakkers
Vandaag:

Korstdegen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BakkerijMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen bakkers
Vandaag:

Korstdegen

Slide 1 - Diapositive

Wat bedoelen we ook alweer met het woord 'conditioneren?'

Slide 2 - Question ouverte

wat heb ik nodig als ik de tafel wil schoonmaken ?

Slide 3 - Question ouverte

Waar beginnen we mee tijdens de praktijkles? minimaal 3 antwoorden

Slide 4 - Question ouverte

Waarop beoordelen we producten ook alweer?
Minimaal 2 antwoorden

Slide 5 - Question ouverte

Snelkorst methode 2

Hollandse korst
Franse korst
Hierbij snijd je de boter in stukjes van 1 bij 1 cm en draai je door het deeg heen. 
Deze korst hoeft niet te rusten tijdens de bereiding
Bij deze korst vouw je de boter in het deeg.

Slide 6 - Question de remorquage

Wat weten we over korstdeeg?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Franse korst

Slide 10 - Carte mentale

Hoofdgrondstoffen
Bloem

Boter

Zout

Water

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Hollandse korst

Slide 13 - Carte mentale

Waar wordt bloem van gemaakt?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Waar wordt boter van gemaakt?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welke grondstof is geen hoofdgrondstof?
A
Boter
B
Zout
C
Suiker
D
Bloem

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Verschil tussen Franse en Hollandse korst

Slide 23 - Carte mentale

Hoeveel laagjes heeft een snelkorst methode 2?
A
25
B
125
C
251
D
521

Slide 24 - Quiz



B
A
K
K
E
N

Slide 25 - Diapositive

Deeg voor korstdeeg wordt vrij lang gemend
A
Fout
B
Goed

Slide 26 - Quiz

Afgetoerd korstdeeg wordt tijdens het toeren gecontroleerd op het conditioneren.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Als een korstdeeg te veel is getoerd, krijg je tijdens het bakproces veel bladerende werking.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Wanneer beslis je of een korstdeegproduct geschikt is voor de verkoop?
A
Na het bakken
B
Voor het bakken
C
Na de productie
D
Voor de productie

Slide 29 - Quiz

Korstdeegproducten zonder toevoeging moeten door en door krokant zijn.
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quiz

Een product met een juiste kleur is ook altijd krokant.
A
Fout
B
Goed

Slide 31 - Quiz

Als een korstdeeg te veel is getoerd, krijg je tijdens het bakproces een dorre bakaard.
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quiz

Varkensgehakt bakt te vet in een korstdeegproduct. Door welke gehaktsoort kun je dit vervangen?
A
kant en klaar gehakt
B
gehakt gemend met bloem
C
rundergehakt
D
gehakt met koudbindmiddel

Slide 33 - Quiz

Wat doe je als je onherstelbare fouten constateert bij het productieproces van korstdeegproducten?
A
weggooien en opnieuw beginnen
B
Doorgaan en hopen dat het goed komt
C
Extra vetstof in toeren

Slide 34 - Quiz

Waaraan herken je korstdeeg dat onder te warme omstandigheden is geproduceerd?
A
gluten worden slap
B
vetstof is hard
C
water is verdampt
D
gluten worden stug

Slide 35 - Quiz

Korstdeeg is te weinig getoerd. Dat is zichtbaar aan .......... Je neemt het waar bij de beoordelingsnorm: ..........
A
een rustige bladering / vorm
B
een onregelmatige structuur / werking
C
een lichtbruine kleur / eerste indruk
D
het moeilijk gaar bakken / werking

Slide 36 - Quiz

Praktijkles
  • Vruchtensloffen (kruimeldeeg)
  • Tompoucetaart (korstdeeg)
  • Hollandse korstzetten
  • Zanddeeg product afwerken (vorige les)


Slide 37 - Diapositive