vitale parameters/ vitale functies hart-en bloedvaten

vitale parameters
vitale functies
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

vitale parameters
vitale functies

Slide 1 - Diapositive

Welke vitale functies kun je meten?

Slide 2 - Carte mentale

Welke vitale functies kun je meten en wat zegt dit?

  • Ademhaling en saturatie
  • Bloeddruk en pols
  • Bewustzijn en temperatuur
wat zegt het? Gezondheidstoestand van functioneren hart, hersenen en longen
is het ernstig? Hulp inschakelen en bij de cliënt blijven!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

capillaire refill (<2 sec)

Slide 5 - Diapositive

De saturatie

Slide 6 - Diapositive

Wat meet je precies bij saturatie?
Het zuurstof gehalte in het bloed

Slide 7 - Diapositive

2 manieren van saturatie meten


100 % is prima
<95 % is hypoxaemie
1) arteriële bloedgasanalyse: deze methode vereist een arteriële bloedafname, de benodigde analyse apparatuur

2) de transcutane (door de huid en nagelbed) meting met een saturatiemeter: deze methode is heel eenvoudig


Slide 8 - Diapositive

Saturatiewaarden
  • Normaal 96 - 100%
  • Bij COPD, hartfalen: 92 - 100% -----> streefwaarde

Slide 9 - Diapositive

2

Slide 10 - Vidéo

Wat is een goede waarde voor de zuurstofsaturatie?
A
36 - 40%
B
56 - 60%
C
76 - 80%
D
96 - 100%

Slide 11 - Quiz

Wat meet je met de saturatiemeter?
A
Ademfrequentie
B
Hoeveel lucht iemand inademt
C
% zuurstof dat aan rode bloedcellen is gebonden
D
% zuurstof dat zich in de longen bevindt

Slide 12 - Quiz

Circulatie
Circulatie: dit is de bloedsomloop. Via hart en bloedvaten wordt bloed door het lichaam gepompt.​

Bloed vervoert zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen. ​

De circulatie is te beoordelen door: ​
Hartslag​
Bloeddruk of tensie​




Slide 13 - Diapositive

Pols frequentie
Het hart pompt een bepaald aantal malen per minuut (frequentie) een hoeveelheid bloed in de aorta.

Bij iemand die rustig zit of ligt, varieert de normale polsfrequentie van 60 tot 100 slagen per minuut.
Vrouwen hebben meestal een iets snellere pols dan mannen.
Bij ouderen kan de frequentie ongeveer 60 slagen per minuut zijn.
Bij een pasgeborene is de frequentie ongeveer 120 slagen per minuut. Vanaf de leeftijd van ongeveer drie jaar is de frequentie 100 slagen per minuut.


Slide 14 - Diapositive

Pols tellen: wat observeer je?
  • Frequentie (60 - 100 x per minuut)
  • Gelijkmatigheid
  • Ritme, regelmaat
  • Spanning en volume (vulling)

Slide 15 - Diapositive

Wat kun je meten aan de polsslag?
  • De frequentie van de pols: wat is het aantal slagen per minuut?
  • De regelmaat van de pols: is de pols regelmatig of niet ? 
  • De gelijkmatigheid van de pols: zijn de polsslagen gelijk gevuld?
  • De kracht van de pols: is de polsslag hard voelbaar of zacht voelbaar

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

afwijkingen 
Tachycardie: frequentie van meer dan 100 slagen per minuut 

Bradycardie: frequentie van minder dan 50 slagen per minuut

Slide 18 - Diapositive

2

Slide 19 - Vidéo

Wat is de normale hartfrequentie van een volwassene?
A
20 - 60 x/min.
B
40 - 80 x/min.
C
60 - 100 x/min.
D
80 - 120 x/min.

Slide 20 - Quiz

Wat is de hartfrequentie van deze dame?
A
15 x/min.
B
20 x/min.
C
60 x/min.
D
80 x/min.

Slide 21 - Quiz

Bloeddruk

Slide 22 - Diapositive

Bloeddruk
  • Bovendruk (systole): druk in de bloedvaten als het hart samentrekt
  • Onderdruk (diastole): druk in de bloedvaten als het hart ontspant
  • Weergeven in mm Hg = millimeter kwik
  • RR (Riva Rochy) of tensie

Slide 23 - Diapositive

Bloeddrukregulatie
Voor een goede circulatie en orgaanwerking moet de bloeddruk niet te hoog en niet te laag zijn. Bij de regulatie van de bloeddruk zijn betrokken:
  • zenuwstelsel
  • de nieren: geven hormonen af die leiden tot het vernauwen van bloedvaten en het vasthouden van zout, waardoor de bloeddruk stijgt.
  • het hormoonstelsel > hypofyse hormoon adh 




Slide 24 - Diapositive

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 25 - Diapositive

Afwijkende bloeddruk
  • Hypertensie (vaker dan 1x gemeten):
  • Systole > 140 mm Hg (> 80 jaar > 160 mm Hg)
  • Diastole > 90 mm Hg
  • Hypotensie

Slide 26 - Diapositive

3

Slide 27 - Vidéo

Hoe veel cm. moet de manchet boven de elleboogplooi worden aangebracht?
A
0 cm.
B
2 - 3 cm.
C
3 - 4 cm.
D
4 - 5 cm.

Slide 28 - Quiz

Wat hoor je bij de eerste harttoon?
A
De bovendruk
B
De polsdruk
C
De onderdruk
D
De hartdruk

Slide 29 - Quiz

Wat kun je zeggen over de bloeddruk van deze mevrouw?
A
Ze heeft hypertensie
B
Ze heeft een normale bloeddruk
C
Ze heeft hypotensie

Slide 30 - Quiz

Lichaamstemperatuur
  • Normaal: 36.0 – 37.4 ºC
  • Verhoging: 37.5 – 37.9 ºC
  • Koorts: > 38.0 – 40.0 ºC
  • Hyperthermie: > 40 ºC
  • Onderkoeling (hypothermie): < 35.0 ºC

Slide 31 - Diapositive

Temperatuur meten
  • Rectaal (rectum)
  • Axillair (oksel)
  • Oraal (mond)
  • Tympanisch (oor)
  • Voorhoofd met infrarood

Slide 32 - Diapositive

1

Slide 33 - Vidéo

Lichaamstemperatuur bewaken
normale lichaamstemperatuur 

volwassenen en kinderen: tussen 36,5 °C en 37,5 °C
oudere zorgvragers: tussen 36,0 °C en 37,5 °C
pasgeborenen: tussen 35,5 °C en 37,5 °C

Slide 34 - Diapositive

afwijkingen temperatuur 
  • van 37,5 °C tot 38 °C (verhoging)
  • tussen 38 °C en 41 °C (koorts)
  • hoger dan 41 °C (hyperthermie)
  • lager dan 35 °C (hypothermie)

Slide 35 - Diapositive

Hoe heet het als je de temperatuur meet in het oor?
A
Axillair
B
Oraal
C
Rectaal
D
Timpanisch

Slide 36 - Quiz

Termen
Hartfrequentie= hartslag

Bradycardie= te langzame hartslag (onder de 60)

Tachycardie= Te snelle hartslag (boven de 100)

Slide 37 - Diapositive

Werking van Hart
Hartslag -> Hartspier trekt samen
3 fases van een hartslag
  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze

Slide 38 - Diapositive

Hartslagzones

Slide 39 - Diapositive

Slagader:
stroomt van het hart af
dikke gespierde wand
geen kleppen
hoge bloeddruk
voelbare hartslag
diep onder de huid
MEESTAL zuurstofrijk
Ader:
stroomt naar het hart toe
dunne wand
wel kleppen
lage bloeddruk
geen voelbare hartslag
liggenmeer aan de oppervlakte
MEESTAL zuurstofarm

Slide 40 - Diapositive

Hartslag meten: hulpmiddelen

Slide 41 - Diapositive

Hartslag meten

Slide 42 - Diapositive

Hartslag

Slide 43 - Diapositive

Hartslagfrequentie
De hartslagfrequentie is het aantal hartslagen per minuut.

70 slagen per minuut in rust.

Slide 44 - Diapositive

Stijging van de lichaamstemperatuur
  • Fase 1: koude rilling 
  • koorts stuipen(kind) , bleke huid, onrust  
  • Fase 2: huid rood en droog, hoge pols en snelle ah  
  • Fase 3: temp zakt, transpireren 


Slide 45 - Diapositive

Daling van de lichaamstemperatuur

bleek, blauw, rillen en klappertanden 
Temperatuur meten
  • rectaal: meten van de lichaamstemperatuur in de anus
  • oraal: meten van de lichaamstemperatuur onder de tong
  • axillair: meten van de lichaamstemperatuur onder de oksel
  • tympanisch of auraal: meten van de lichaamstemperatuur in het oor


Slide 46 - Diapositive

Verschil in meetmethode
Afwijking ten opzichte van de rectale meting:
--> Rectale meting 0 ºC
--> Orale meting -0,3 ºC
--> Axillaire meting -0,5 ºC
--> Aurale meting -0,5 tot -0,7 ºC









Slide 47 - Diapositive

Wat kun je zeggen over
de temperatuur op deze thermometer?
A
Hypothermie
B
Koorts
C
Normaal
D
Verhoging

Slide 48 - Quiz

Wat is de normale ademfrequentie van een volwassene?
A
15 - 20 x/min.
B
20 - 25 x/min.
C
40 - 60 x/min.
D
60 - 80 x/min.

Slide 49 - Quiz

Wat is geen oorzaak voor een hoge lichaamstemperatuur
A
Lichaam kan warmte niet kwijt
B
hersenbloeding/hersenschudding
C
infectieziekten
D
obesitas

Slide 50 - Quiz

Wat is een teken van een bedreigde circulatie?
A
Grauwe huid
B
Blauwe huid
C
snelle ademhaling
D
Alle bovenstaande

Slide 51 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de 'bloeddruk'?
A
de druk in de slagaders
B
de druk in de aders
C
druk in de armslagaders
D
druk in de nierslagaders

Slide 52 - Quiz

Preventie voorbeelden
Primaire preventie: Hartaanval voorkomen, vaccinaties
Secundaire preventie: Vroeg opsporen van borstkanker
Tertiaire preventie: Gebruik van medicijnen bij hart- en vaatziekten
Quaternaire preventie: Stimuleren van zelfredzaamheid, afraden van onnodige onderzoeken

Slide 53 - Diapositive

Preventie hart- en vaatziekten
Bij de preventie van hart- en vaatziekten spelen leefstijladviezen een belangrijke rol. 

Opdracht: 
Maak een poster/flyer met daarop de oorzaken, gevolgen en leefstijladviezen van één van de oorzaken van hart- en vaatziekten.

Slide 54 - Diapositive