H1up 17-04-2024

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

A2b 8-04-2024

Bonjour classe H1up!

Mercredi 17 avril

Quels sont tes hobbies?

Aujourd'hui

• Objectifs
• Interroger
• Corriger!
• En classe:Grammaire II
• La fin!

Les objectifs

Aan het einde van de les:

• Heb ik frans gesproken
• Heb ik geoefend met de vocabulaire van dit hoofdstuk
• Heb ik kennis gemaakt met de franse ontkenning

Interroger

we gaan een spelletje doen!

Corriger!

Exercice: 10 à la page 86

1. lievelingsvak
2. blijf zitten
3. serieus
4. een jaar
5. alles
6. tekenen
7. blij
8. bijna 

Ontkennend maken

ne .... pas

staat om de persoonsvorm (het eerste werkwoord) heen. 

Je vindt de persoonsvorm ook door de zin vragend te maken.

Voorbeeld:

Je parle français = ik praat Frans

Je ne parle pas français = ik praat geen Frans

Ontkennend maken

ne .... pas

LET OP: als het eerste werkwoord met een klinker of stomme H begint, dan wordt het n'.....pas

Voorbeeld:

Je n'aime pas les pommes = ik houd niet van appels

Je n'habite pas à Soest = ik woon niet in Soest

Ontkennend maken

Je fais du ski	je ne fais pas de ski (= ik ski niet)
J' ai fait du ski	je n' ai pas fait de ski (= ik heb niet geskied)
Je vais faire du ski	je ne vais pas faire de ski (= ik ga niet skiën)
J' aime les fraises	Je n' aime pas les fraises (= ik houd niet van aardbeien)
Il y a un problème?	Non, il n' y a pas de problème
C' est une pharmacie?	Non, ce n' est pas de pharmacie

Ontkenning

We gaan nu oefenen; pak je iPad!!

Wanneer verandert "ne" in "n'"?

1. Als het werkwoord daarna begint met een klinker
2. Als het werkwoord daarna begint met een medeklinker
3. Als het een positief werkwoord is
4. Als het na de persoonsvorm staat

Waaromheen plaats je de ontkenning "ne ... pas"?

1. Het onderwerp
2. De persoonsvorm

Welke zin is ontkennend?

1. J'aime la France.
2. Je n'aime pas la France.

Wat is de ontkenning van:
"J'habite à Amsterdam"?

1. J' ne habite pas à Amsterdam
2. Je ne habite pas à Amsterdam
3. Je n'habite pas à Amsterdam
4. Je ne pas habite à Amsterdam

Wat is de ontkenning van "il y a"
(= er is / er zijn)?

1. il n'y a pas....
2. il y n'a pas
3. n'il y a pas
4. il y a ne pas

nooit

1. ne ... pas
2. ne ... plus
3. ne ... pas encore
4. ne ... jamais

ne ... plus

ne ... jamais

ne ... rien

ne ... pas encore

niet meer

nooit

niets

nog niet

Maakt ontkennend:
il y a un lapin dans ton jardin? Non, ......

1. il y n'a pas de lapin dans mon jardin
2. il n'y a pas de lapin dans mon jardin

1. Elle visite le restaurant ? Non, _____________________.

La fin!

Les devoirs

Fais: exercices 16A et 16B à la page 89

Apprendre: 1,2,3,4,5 + de tientallen 

Aan het einde van de les:

• Heb ik frans gesproken
• Heb ik geoefend met de vocabulaire van dit hoofdstuk
• Heb ik kennis gemaakt met de franse ontkenning