BK2C Nederlands

Lijdend voorwerp
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Lijdend voorwerp

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Uitleg:
Bijna alle zinnen hebben een onderwerp en een gezegde. Een zin kan nog meer zinsdelen hebben, bijvoorbeeld een lijdend voorwerp (lv)
Bijvoorbeeld: Julia heeft het T-shirt gekocht.

Slide 3 - Diapositive

Zoek de persoonsvorm in de zin.
Julia heeft het T-shirt gekocht.
Gebruik de vraagproef of de tijdproef

Slide 4 - Question ouverte

Zoek het onderwerp in de zin.
Julia heeft het T-shirt gekocht
Wie of wat + pv?

Slide 5 - Question ouverte

Zoek het gezegde in de zin
Julia heeft het T-shirt gekocht
Noteer alle werkwoorden in de zin

Slide 6 - Question ouverte

Zoek het lijdend voorwerp in de zin
Julia heeft het T-shirt gekocht
wat (soms: wie) + gezegde + onderwerp

Slide 7 - Question ouverte

Wie vindt dit nog moeilijk?
Geef een cijfer van 1 t/m 10

Slide 8 - Question ouverte

LET OP:
Het lijdend voorwerp (lv) hangt samen met het onderwerp en het gezegde in de zin. Een zin heeft alleen een lijdend voorwerp als het uit een werkwoordelijk gezegde bestaat. Het is belangrijk dat je weet dat niet iedere zin een lijdend voorwerp heeft.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag:
Online H3 Taalverzorging Lijdend voorwerp

Slide 10 - Diapositive