5.1 Tijd en 5.2 Snelheid

5.1 Tijd en 5.2 Snelheid
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.1 Tijd en 5.2 Snelheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert tijd omrekenen;
  • Je leert rekenen met snelheid:
- Gemiddelde snelheid in km/uur of m/s uitrekenen; 
- Je kan snelheden omrekenen van km/uur naar m/s  en andersom.

Slide 2 - Diapositive

Rekenen met tijd 
2,6 minuten = ..... seconden 
3:26 minuten = ..... seconden 
1890 seconden = ..... minuten
5,4 weken = ..... weken ..... dagen .... uur .... minuten

Slide 3 - Diapositive

48:30:16 uur betekent:
48 uur; 30 minuten; 16 seconden
maar LET OP:
36:18,5 minuten betekent:
36 minuten; 18,5 seconden

Slide 4 - Diapositive

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag in een tijd van 3:41,72.
Wat was hun tijd in seconden?

Slide 5 - Question ouverte

Tom rijdt een rit over 42,3 kilometer in een tijd
van 1:12:41 uur. Robert deed over dezelfde rit 4,2 minuten langer.
In welke tijd reed Robert deze rit?

Slide 6 - Question ouverte

Samen
Harkan fietst de fietsroute Spier-Dwingeloo van 38 km in één uur en een kwartier.  Bereken de snelheid in km/uur. 


Afstand in km
Tijd in __________

Slide 7 - Diapositive

Samen
Harkan fietst de fietsroute Spier-Dwingeloo van 38 km in één uur en een kwartier.  Bereken de snelheid van 30,4 km/uur om naar m/s.
Afstand in ______
Tijd in __________

Slide 8 - Diapositive

Het voertuig heeft 285 km afgelegd en deed daar 3 uur en 50 minuten over.
Bereken de snelheid van het voertuig in km/uur.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 9 - Question ouverte

Reken 1 m/s om naar km/uur

Slide 10 - Question ouverte

Omrekenen
1 m/s = 3,6 km/uur 

Altijd afronden op 1 decimaal, 
tenzij anders vermeldt. 

5 m/s = ______________ km/uur 
60 km/uur = _________________ m/s

Slide 11 - Diapositive

4,8 m/s = __________ km/uur

Slide 12 - Question ouverte

82 km/uur = __________ m/sec

Slide 13 - Question ouverte

12 m/s = __________ km/uur

Slide 14 - Question ouverte

De damesestafette ploeg heeft op het WK zwemmen goud veroverd op de 4 x 100m vrije slag in een tijd van 3:41,72.
Bereken de gemiddelde snelheid in m/s.

Slide 15 - Question ouverte

Tijdens het wereldkampioenschap zwemmen in 2018 in Hangzhou, werd het Russische mannenteam tweede op de vier keer 100 meter vrije slag in een lokale tijd van 3:03,11. Hoeveel km/uur zwommen ze gemiddeld?

Slide 16 - Question ouverte

In 2019 heeft iemand voor het eerst een marathon in minder dan 2 uur gelopen. De Keniaanse Eliud Kipchoge liep de afstand van 42 kilometer en 195 meter in 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.

Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/uur.

Slide 17 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak 5.1 af voor dinsdag. 
Klaar: start met 5.2 moet volgende week vrijdag af zijn

Slide 18 - Diapositive