Paragraaf 2: Toonhoogte en frequentie

Goedemorgen allemaal!
Graag camera aan en microfoon uit
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen allemaal!
Graag camera aan en microfoon uit

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Geluid
Paragraaf 2: Toonhoogte en frequentie

Slide 2 - Diapositive

Demo: gitaar en toonhoogte

Slide 3 - Diapositive

Toonhoogte en snaren
Toonhoogte verandert door:

  1. Gespannen snaar
  2. Lengte van de snaar
  3. Dikte van de snaar

Slide 4 - Diapositive

Toonhoogte en frequentie
Frequentie: aantal trillingen per seconde
Eenheid: Hertz (Hz)
Hoe meer trillingen per seconde, hoe hoger de toon
Een octaaf hoger = frequentie verdubbelt

Slide 5 - Diapositive

Demo: de oscilloscoop

Slide 6 - Diapositive

Frequentie berekenen 
Frequentie = 1 : trillingstijd                     Trillingstijd = 1 : frequentie
In symbolen: 

Let op: Vul de trillingstijd in in seconden. Staat de trillingstijd in milliseconden? Reken die dan eerst om naar seconden.
f=1:T
T=1:f

Slide 7 - Diapositive

Frequentiebereik
Laagste en hoogste tonen die je kunt horen
Mens: 20 - 20.000 Hz     (20.000 Hz = 20 kHz)
Bovengrens verandert als je ouder wordt

Wil je weten hoe het met jouw gehoor zit?
Kijk dan het volgende filmpje

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Aan de slag!
  • Lees de tekst van paragraaf 2 nog een keer goed door, blz 70 t/m 73 in je boek
  • Maak opdracht 1 t/m 11 via de website van het boek. Opdracht 12 hoef je niet te doen, de plusstof ook niet.
  • Op de volgende dia's staan aanwijzingen bij een aantal lastige opdrachten

Slide 10 - Diapositive

Tips bij vraag 6
b: Gebruik de frequentie om te berekenen hoe lang één trilling duurt. Daarna kun je berekenen hoe lang deze trillingen samen hebben geduurd.

c: Bij vraag b heb je een tijd berekend (in seconde). In de vraag staat een afstand (in centimeters, die moet je dus omrekenen aan meters). Gebruik deze gegevens om de snelheid te berekenen.

Slide 11 - Diapositive

Tips bij vraag 7, 9 en 10
7: Wat gebeurt er met de frequentie als de toon een octaaf hoger wordt? Wat betekent dat voor het aantal trillingen?

9b: Ziet ze nu meer of minder trillingen? Hoeveel keer zo veel of weinig?

10: Let op de eenheid van de frequentie en de trillingstijd. In de formule moet je Hz en seconde gebruiken. 1 kHz = 1000 Hz, 1000 ms = 1 s.

Slide 12 - Diapositive

Goedemorgen allemaal!
Graag camera aan en microfoon uit

Slide 13 - Diapositive

Opdrachten bespreken

Slide 14 - Diapositive

Opgave 4

Slide 15 - Diapositive

Opgave 6

Slide 16 - Diapositive

Opgave 7

Slide 17 - Diapositive

Opgave 8

Slide 18 - Diapositive

Opgave 9

Slide 19 - Diapositive

Opgave 10

Slide 20 - Diapositive

Opgave 11

Slide 21 - Diapositive