Hoofdstuk 3 Nig

In het Café
bestellen en afrekenen
bedanken
rangtelwoorden
artikel
diminutief
hoofdzin met inversie
uitspraak o - oo
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBeroepsopleiding

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 2 min

Éléments de cette leçon

In het Café
bestellen en afrekenen
bedanken
rangtelwoorden
artikel
diminutief
hoofdzin met inversie
uitspraak o - oo

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

  • koffie / cappuccino / dubbele espresso
  • zwarte thee / groene thee  / kruidenthee / verse muntthee
  • appelsap / sinaasappelsap
  • cola / tonic / bitter lemon
  • mineraalwater
  • rode wijn / witte wijn / rosé
  • port
  • bier / witbier
  • likeur
  • oude jenever / jonge jenever
opdracht 3
  • bitterballen, 
  • pinda's,
  • kaasplankje

Slide 3 - Diapositive

Nog een glas wodka - Stef Blok

Slide 4 - Diapositive

De, het en een
definiet => de / het
indefiniet => een
diminutief
het-woorden
pluralis 
de-woorden
niet telbaar
geen indefiniet artikel 
wijn, cola, bezoek 
onthoud 
het-woorden
opdracht 5

Slide 5 - Diapositive

opdracht 5
het adres
het café
het rondje
het gezin
het haar
het biertje
het seizoen
het land
de broer
de cursus
de foto
de zomer
de kantine
de koffie
de zus
de maand
de pauze
de tekst
onthoud 
het-woorden

Slide 6 - Diapositive

Hoofdzin met inversie

hoofdzin: subject - verb - rest

inversie: element - verb - subject - rest

opdracht 6

Slide 7 - Diapositive

tot zo
tot straks
tot morgen
tot ziens
dag
tot later
tot volgende week

Slide 8 - Diapositive




eerste
achtste
twintigste - honderdste
enz.



tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, negende, tiende, elfde, twaalfde, 
(...)tiende


rangtelwoorden
opdracht 7

Slide 9 - Diapositive

Maak een zin met: bestellen.

Slide 10 - Question ouverte

maak een zin met: verjaardag

Slide 11 - Question ouverte

maak een zin met: drinken

Slide 12 - Question ouverte

maak een zin met: trakteer

Slide 13 - Question ouverte

maak een zin met: afrekenen

Slide 14 - Question ouverte

maak een zin met: verjaardag

Slide 15 - Question ouverte

de of het
A
de verjaardag
B
het verjaardag

Slide 16 - Quiz

de of het
A
de café
B
het café

Slide 17 - Quiz

de of het
A
de wijn
B
het wijn

Slide 18 - Quiz

de of het
A
de thee
B
het thee

Slide 19 - Quiz

de of het
A
de werk
B
het werk

Slide 20 - Quiz

de of het
A
de seizoen
B
het seizoen

Slide 21 - Quiz

de of het
A
de antwoord
B
het antwoord

Slide 22 - Quiz

uitspraak

Slide 23 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Bert en Hans hebben elkaar lang niet gezien.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Hans en Wilma gaan in Venetië wonen.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Hans gaat een film maken in de vakantie.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Hans en Bert maken een afspraak om samen te gaan eten.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Hans en Wilma komen 30 augustus bij Bert eten.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz