H3.2 Het periodiek systeem

3.2 Periodiek systeem
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.2 Periodiek systeem

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert het verschil tussen elementen en verbindingen omschrijven
  • Je leert de belangrijkste atoomsoorten met hun symbolen uit het periodiek systeem kennen
  • Je leert het verschil tussen metalen en niet-metalen herkennen en omschrijven
  • Je leert wat een legering is.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het periodieksysteem?

Op microniveau kijken we naar de deeltjes waar stoffen van gemaakt zijn.


De kleinste deeltjes van een stof noemen we moleculen, dus alle materie (alle stoffen) zijn gemaakt van moleculen.

Definitie:

Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen van de stof heeft.

Slide 3 - Diapositive

Het periodiek systeem

Elementen op volgorde van atoomnummer.
In verticale groepen elementen met vergelijkbare eigenschappen.
Horizontaal: perioden

Slide 4 - Diapositive

Mendelejeff
1869: eerste versie periodiek systeem der elementen 

Slide 5 - Diapositive

Wat is het periodieksysteem?

Maar moleculen zijn ook weer opgebouwd uit bouwstenen.

Bij de scheikunde noemen we deze bouwstenen de atomen.

Er bestaan nu ongeveer 120 atoomsoorten (118) waarvan er meer dan 30 kunstmatig zijn gemaakt en alleen in een laboratorium heel kort kunnen bestaan.

Definitie:

Atomen zijn de bouwstenen van moleculen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat is het periodieksysteem?

Deze verschillende atoomsoorten zijn gerangschikt in een tabel.


Eerst zijn de atomen op volgorde van klein naar groot gezet.

Het kleinste atoom heeft 1 proton in de kern (= waterstof) en de grootste is Oganesson (Og) en deze heeft 118 protonen in de kern.

Slide 8 - Diapositive

Wat is het periodieksysteem?

Daarna zijn de atomen op chemische eigenschappen (hoe reageren ze met een zuur en hoe reageren ze met zuurstof) gegroepeerd. De stoffen die op dezelfde wijze reageren zijn onder elkaar gezet.


Deze kolom noemen we een groep. Zo is de tabel in 18 groepen gezet.

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn de metaal-atomen en de nietmetaal-atomen?

Als we alle elementen met elkaar vergelijken is er meteen één ding dat opvalt.


Bij het reageren zijn er atoomsoorten die elektronen weg doen.

En er zijn atoomsoorten die elektronen opnemen of niet reageren.




Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de metaal-atomen en de nietmetaal-atomen?

De atoomsoorten die elektronen weg doen staan aan de linkerkant van het periodieksysteem, dit noemen we de metalen.


De atoomsoorten die elektronen opnemen, of niet reageren, staan aan de rechterkant van het periodieksysteem, dit noemen we de nietmetalen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de edelgassen en de halogenen?

Er zijn twee groepen van de nietmetalen die je bij naam moet kennen.


De edelgassen zijn de atoomsoorten die juist niet (of zeer moeilijk) kunnen reageren. Die staan helemaal rechts in het periodieksysteem. Dit is groep 18

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn de edelgassen en de halogenen?



De groep die er naast staat (groep 17) zijn de halogenen.

De halogenen zijn nietmetalen die heel erg heftig met metalen reageren.

Bij deze reactie ontstaat altijd een zout

Halogeen betekent "Zoutvormer"

Slide 15 - Diapositive

Kenmerken metalen
  • Glimmend oppervlak
  • Geleiden warmte en elektrische stroom
  • Kunnen vervormd worden als ze heet zijn.
  • Kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen.

Slide 16 - Diapositive

Lichte en zware metalen
lichte metaal: kleine dichtheid
zwaar metaal: hoge dichtheid

Slide 17 - Diapositive

Legeringen
Een legering is een afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

leren voor de elementen
Chemische elementen Namen Quiz

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie Leerdoelen
  • Je leert het verschil tussen elementen en verbindingen omschrijven
  • Je leert de belangrijkste atoomsoorten met hun symbolen uit het periodiek systeem kennen
  • Je leert het verschil tussen metalen en niet-metalen herkennen en omschrijven
  • Je leert wat een legering is.

Slide 21 - Diapositive

Hoe heet de tabel waar alle elementen in staan
A
elementen tabel
B
atoomsysteem
C
periodieksysteem
D
elementensysteem

Slide 22 - Quiz

wat wordt er met de volgende definitie bedoeld?
Het kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen van die stof bevat.
A
molecuul
B
atoom
C
element
D
ion

Slide 23 - Quiz

Waar staan de metalen in het periodiek systeem
A
links
B
rechts

Slide 24 - Quiz

Waar staan de edelgassen in het periodieksysteem
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 17
D
groep 18

Slide 25 - Quiz

Hoe heten de stoffen in groep 17 van het periodieksysteem
A
edelgassen
B
metalen
C
halogenen
D
nietmetalen

Slide 26 - Quiz