8.4 Eenheden van snelheid: OM TE OEFENEN

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

8.4 EENHEDEN VAN SNELHEID

INSTRUCTIE eenheden van snelheid

Eenheden van snelheid

Snelheid berekenen

Jos loopt de marathon. Hij loopt 25 km in een tijd van 02:14:50.

Bereken zijn gemiddelde snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.

Bereken zijn snelheid in km/uur.

Rond af op één decimaal. 

Tijd berekenen

Esther loopt 20 km. Ze loopt met een gemiddelde snelheid van 3,2 m/s. 

-Bereken hoeveel kilometer dat per uur is. 

 Rond af op twee decimalen.

Bij de start zet zij haar stopwatch op 00:00:00 (uur : minuten : seconden).

- Welke tijd staat er op haar stopwatch als zij over de finish gaat?

Tip: Rond tussendoor af op 3 decimalen.

3,2 x 3,6 = 11,52 km/uur

20 : 11,52 = 1,736... uur

1,736 uur = 1 uur 

0,736 x 60 = 44,16 = 44 min.

0,16 x 60 = 9,6 seconden.

Op de stopwatch staat:

01:44:9,6

Een auto rijdt 32 m/s.
Je gaat de snelheid in km/uur berekenen.

Ga je dan vermenigvuldigen of delen?

1. vermenigvuldigen
2. delen

Met welk getal moet je vermenigvuldigen?

Destiny en Tess fietsen 69 km in 04:25:45 (uren:minuten:seconden).

Bereken de gemiddelde snelheid van Destiny en Tess in m/s. Rond af op twee decimalen.
Typ: getal-spatie-eenheid

AFSTAND delen door TIJD.

Destiny en Tess fietsen 69 km in 04:25:45 (uren:minuten:seconden).

Bereken de gemiddelde snelheid van Destiny en Tess in km/uur. Rond af op één decimaal.
Typ: getal-spatie-eenheid

Op de foto zie je de finish van de Ethiopische atlete Tadelech Bekele bij de marathon van Amsterdam. Een marathon heeft een lengte van 42,195 km.

✍Bereken haar gemiddelde snelheid in m/s.
Rond af op twee decimalen.
Typ: getal-spatie-eenheid

Op de foto zie je de finishfoto van de Ethiopische Tadelech Bekele bij de marathon van Amsterdam. Een marathon heeft een lengte van 42,195 km.

Bereken haar gemiddelde snelheid in m/s.

Rond af op twee decimalen.

AFSTAND delen door TIJD.

Op de foto zie je de finish van de Ethiopische atlete Tadelech Bekele bij de marathon van Amsterdam. Een marathon heeft een lengte van 42,195 km.

✍Bereken haar gemiddelde snelheid in km/uur.
Rond af op één decimaal.
Typ: getal-spatie-eenheid

Nisa rijdt met de auto van Maastricht naar Leeuwarden. Dat is een afstand van 326 km.
Nisa vertrekt om 12:30 uur. Ze houdt onderweg twee keer drie kwartier pauze. Ze komt om 17:30 aan.

✍Bereken hoeveel uur Nisa gereden heeft.
Typ: getal-spatie-eenheid

Nisa rijdt met de auto van Maastricht naar Leeuwarden. Dat is een afstand van 326 km.
Nisa vertrekt om 12:30 uur. Ze houdt onderweg twee keer drie kwartier pauze. Ze komt om 17:30 aan.

✍Wat was haar gemiddelde snelheid tijdens het autorijden in km/uur. Rond af op één decimaal.
Typ: getal-spatie-eenheid

AFSTAND delen door TIJD.

Jeffrey maakt een boottocht. Hij vertrekt om 11:15 uur. Onderweg maakt hij een stop van 3 uur en 15 minuten. Hij komt om 19:00 uur aan op zijn bestemming en heeft dan 61 km gevaren.

✍Bereken zijn gemiddelde vaarsnelheid in km/uur. Rond af op één decimaal.
Typ: getal-spatie-eenheid

AFSTAND delen door TIJD.

Saskia loopt 20 km met een gemiddelde snelheid van 3,1 m/s.
✍Bij de start zet zij haar stopwatch op 00:00:00 (uur : minuten : seconden).
Welke tijd staat er op haar stopwatch als zij over de finish gaat?
(rond tussendoor af op 2 decimalen)
Typ zonder spaties: uren:minuten:seconden (bijv. 03:44:23)

AFSTAND delen door SNELHEID.

Maarten van der Weijden heeft op de Olympische Spelen van Peking een gouden medaille gewonnen. Hij zwom de 10 km in een tijd van 01:51:51.

✍Bereken zijn gemiddelde snelheid in m/s. Rond af op twee decimalen.
Typ: getal-spatie-eenheid

10 km in 01:51:51

Bereken de gemiddelde snelheid in km/uur.
Typ: getal-spatie-eenheid

Joris rijdt met zijn auto door een tunnel met een snelheid van 110 km/uur. Hij rijdt 23 seconden in de tunnel.
Hoeveel meter is de lengte van de tunnel? Rond af op hele meters.

Typ: getal-spatie-eenheid (m)

Jordi en Steven lopen een wedstrijd over 5000 m. Jordi doet er 20 minuten over. Steven loopt met een gemiddelde snelheid van 12,5 km/uur. Wie komt eerder aan, Jordi of Steven? Leg je antwoord uit met een berekening (in je schrift).