Present werkwoorden op -er

In het Frans zijn er diverse manier waarop een werkwoord vervoegd wordt.
Er zijn onregelmatige werkwoorden (avoir, être, aller, faire)
En er zijn regelmatige werkwoorden.
Bij die laatste zijn er twee groepen.
eindigend op -er   (donner etc)
eindigend op -ir
eindigend op -re

We gaan vandaag kijken naar  werkwoorden die eindigen op -re

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

In het Frans zijn er diverse manier waarop een werkwoord vervoegd wordt.
Er zijn onregelmatige werkwoorden (avoir, être, aller, faire)
En er zijn regelmatige werkwoorden.
Bij die laatste zijn er twee groepen.
eindigend op -er   (donner etc)
eindigend op -ir
eindigend op -re

We gaan vandaag kijken naar  werkwoorden die eindigen op -re

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Les verbes en -er
Je donne
Tu donnes
Il donne
Elle donne
Nous donnons
Vous donnez
Ils donnent
Elles donnent.
Je uitgang       e
Tu uitgang       es
Il uitgang          e
Elle uitgang      e
Nous donn        ons
Vous donn         ez
Ils donn              ent
Elles uitgang     ent.

Slide 3 - Diapositive

fermer=
sluiten
il,elle,on
nous
vous
ils of elles
tu
Je 
fermons
fermez
ferme
ferment
fermes
ferme

Slide 4 - Question de remorquage

Verbes -er: elle (parler)
A
parle
B
parlez
C
parlons
D
parles

Slide 5 - Quiz

Verbes -er: vous (manger)
A
mange
B
mangez
C
mangent
D
manges

Slide 6 - Quiz

Verbes -er: nous ________ (trouver)
A
trouvons
B
trouvez
C
trouves
D
trouve

Slide 7 - Quiz

Verbes -er: vous ______(manger)
A
mange
B
mangez
C
mangent
D
manges

Slide 8 - Quiz

donner=
geven
il,elle,on
nous
vous
ils of elles
tu
Je 
donnons
donnent
donne
donnez
donnes
donne

Slide 9 - Question de remorquage

Doe het nu zelf (ook het zlf. nmw)
Je .......(donner)

Slide 10 - Question ouverte

Doe het nu zelf (ook het zlf. nmw)
Tu .......(donner)

Slide 11 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Il .......(parler)

Slide 12 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Elle .......(parler)

Slide 13 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Ils .......(parler)

Slide 14 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Elles......(parler)

Slide 15 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Vous......(parler)

Slide 16 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Nous......(parler)

Slide 17 - Question ouverte

Doe het nu zelf
wij spreken......(parler)

Slide 18 - Question ouverte

Doe het nu zelf
Jij spreekt......(parler)

Slide 19 - Question ouverte

Doe het nu zelf
zij spreekt......(parler)

Slide 20 - Question ouverte

Doe het nu zelf
zij spreken......(parler)

Slide 21 - Question ouverte

Doe het nu zelf
zij spreken.(vrouwen alleen).....(parler)

Slide 22 - Question ouverte

Doe het nu zelf
jullie spreken......(parler)

Slide 23 - Question ouverte

Ik snap het nu goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage