Schrijfoefeneningen tbv schoolexamen SE4

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welkom!
Na 12:15: 60 minuten rooster
12:15-13:15 uur
13:30-14:30 uur
14:30-15:30 uur

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Je herhaalt de indelingen van de zakelijke brief, de e-mail en het artikel (SE4): je checkt of je deze kent.
Je oefent je werkwoordspelling (SE4 + CE).
Je weet welke tekstdoelen er zijn en kunt vertellen welke tekstsoorten daarbij horen en welk taalgebruik.
Je checkt of je het verschil kent tussen standpunt en argument (SE4 + CE) en oefent daarmee.


Slide 4 - Diapositive

Indeling zakelijke brief
Je krijgt een blaadje.
Schrijf daarop de indeling van een zakelijke brief.
Je krijgt hiervoor 3 minuten de tijd.
Na de 3 minuten krijgt je klasgenoot je blaadje.

timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Indeling artikel
Je hebt een blaadje gekregen met daarop de indeling van een zakelijke brief.
Schrijf daaronder de indeling van een artikel.
Je krijgt hiervoor 2 minuten de tijd.
Na 2 minuten krijgt je klasgenoot je blaadje.

timer
2:00

Slide 6 - Diapositive

Indeling e-mail
Je hebt een blaadje gekregen met daarop de indeling van een zakelijke brief en de indeling van een artikel.
Schrijf daaronder de indeling van een e-mail. Hier hoort ook het format van de e-mail bij.
Je krijgt hiervoor 2 minuten de tijd.
Na 2 minuten krijgt je klasgenoot je blaadje.

timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

Indelingen schrijfproducten
Je hebt een blaadje gekregen met daarop de indeling van een zakelijke brief, de indeling van een artikel én de indeling van de e-mail.



Kijk de indelingen na. Geef aan wat goed is en wat niet goed is.

timer
2:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Indelingen schrijfproducten
Geachte / Beste ,     

Briefinhoud met witregels ertussen:             Inleiding
                                                                                   Kern
                                                                                  Slot

     Met vriendelijke groet,

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Tekstdoelen, tekstsoorten, taalgebruik
Opdracht:
Kies een tekstdoel (7) uit.
Bedenk welke tekstsoorten hierbij passen.
Bedenk welk taalgebruik hierbij hoort.
Waarom moet je dit weten? Je moet verschillende teksten schrijven voor SE4 + CE, je moet rekeninghouden met doel en taalgebruik.
timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Mening geven

  • Tekstsoort: 
  • columns, blogs, interviews. 
  • Taalgebruik: 
  • ik vind, ik denk, ik ben van mening dat



Slide 21 - Diapositive

Gevoelens oproepen
  • Tekstsoort: 
  • gedicht, songtekst 
  • Taalgebruik: 
  • ik merk, ik voel, had ik maar, emoties.

Slide 22 - Diapositive

Informeren
  • Tekstsoort: 
  • kranten, nieuwssites en artikelen. 
  • Taalgebruik: 
  • ik hoor, ik zie en ik merk...
  • dus feiten, objectief

.


Slide 23 - Diapositive

Instrueren
  • Tekstsoort: 
  • Recept, handleiding/gebruiksaanwijzing, speluitleg, routebeschrijving, draaiboek, stappenplan.
  • Taalgebruik: 
  • doe-woorden (doe, maak, leg), stapsgewijs, signaalwoorden (eerst, daarna, vervolgens)

Slide 24 - Diapositive

Amuseren
  • Tekstsoort: 
  • roman, fantasie, sprookje, strip, rollenspel, hoorspel, griezelverhaal.
  • Taalgebruik: 
  • om te boeien

Slide 25 - Diapositive

Overtuigen
  • Tekstsoort: 
  • betoog, programma politieke partij, sollicitatiebrief
  • Taalgebruik: 
  • argumenten, standpunt, bewering, signaalwoorden (ten eerste, ten tweede, bovendien)

Slide 26 - Diapositive

Activeren
  • Tekstsoort: 
  • advertentie, uitnodiging
  • Taalgebruik: 
  • doe-woorden, activerende woorden (nu-mis het niet)

Slide 27 - Diapositive

Spelling oefenen (SE1, SE4, CE)
Maak het spellingsblad.

Klaar? Kijk zelf na.
timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Luistertoets: 5 maart, 15:30 uur
Oefen op Woots de luistertoetsen.
Je mag je eigen device meenemen!!
Lokaal F120
Kom op tijd!
Neem bedrade oordopjes mee als je op de computer van school werkt.
Log van tevoren in op Woots, dan weet je dat alles werkt.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Standpunt of argument?

De conclusie is daarom...
A
Standpunt
B
Argument

Slide 31 - Quiz

Standpunt of argument?

Aangezien...
A
Standpunt
B
Argument

Slide 32 - Quiz

Standpunt of argument?

Het is duidelijk dat...
A
Standpunt
B
Argument

Slide 33 - Quiz

Standpunt of argument?

Ik ben van mening dat...
A
Standpunt
B
Argument

Slide 34 - Quiz

Standpunt of argument?

Immers...
A
Standpunt
B
Argument

Slide 35 - Quiz

Wat is het argument?
Omdat we een hond hebben, vind ik wandelen leuk.
A
Omdat we een hond hebben
B
vind ik wandelen leuker.

Slide 36 - Quiz

Wat is het argument?
Handbal is een leuke sport, want je doet het met meerderen.
A
Handbal is een leuke sport.
B
Je doet het met meerderen.

Slide 37 - Quiz