§5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit gaan we doen deze les
Eerste blok
  • NOS 
  • Huiswerk controle
  • Herhaling
  • Toets plannen
  • Kletspauze
  • Leerdoelen
  • Uitleg 5.3
  • Zelfstandig werken
Tweede blok
  • Uitleg 5.3
  • Zelfstandig werken
  • Kletspauze
  • Werkvorm

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NOS Journaal
klik hier

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk controle
Open je huiswerk op blz. 134-137
Heb je nog vragen over het huiswerk? Bespreken?
We gaan sowieso opdracht 12 bespreken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werken voor jezelf & samen sta je sterker
Eenmanszaak

  • 1 eigenaar die zelf de leiding heeft
  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld
  • bijv. zzp'er
Vof (Vennootschap onder firma)
  • 2 of meer eigenaren (ven-noten/firmanten)
  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld 
Voordelen:
  • Samen meer geld inbrengen
  • Taken verdelen
  • Bedrijf gaat door als één van de vennoten ziek wordt
Maken opgave 7, 8, 9 en 10 blz. 136

Klaar? Eventjes wachten
timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Één, enkele of veel eigenaren?
BV (Besloten Vennootschap)  
  • Eigenaren zijn aandeelhouders
  • Directeur in loondienst
  • Niet iedereen kan aandelen kopen                        
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Failliet? -> aandelen kwijt
NV (Naamloze Vennootschap)
  • Eigenaren zijn aandeelhouders  
  • Directeur in loondienst
  • Iedereen kan aandelen kopen                                          
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Failliet? -> aandelen kwijt
Geen risico privévermogen!!
Maken opgave 11, 12 en 13 blz. 137 op blz. 148

Klaar? Eventjes wachten.
timer
4:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder welke sector valt onderwijs?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder welke sector valt ABN AMRO?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder welke sector valt de Efteling?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder welke sector valt een boerenbedrijf?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder welke sector valt een bakkerij & slagerij?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

....A.... gebeurt binnen elk bedrijf of organisatie. Taken worden verdeeld en iedere medewerker doet waar hij goed in is. Je hebt dan elk je eigen ...B.... Het werk is bijvoorbeeld verdeeld in leidinggevende en uitvoerende taken.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het register waar je de eenmanszaak moet inschrijven?
A
Verkoopregister
B
Kamer van Koophandel register
C
handelsregister
D
Belastingregister

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke vorm hoort dit:
Eigenaren zijn aandeelhouders
A
Eenmanszaak
B
Besloten Vennootschap
C
Vennootschap onder firma

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de vier is GEEN ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
V.o.F
C
B.V.
D
A.P.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke vorm hoort dit NIET: Schulden worden eventueel betaald uit privégeld.
A
Vennootschap onder firma
B
Eenmanszaak
C
Naamloze vennootschap

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een verschil tussen een bv en een nv

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welk soort bedrijf zouden jij en ik aandelen kunnen kopen?
A
Eenmanszaak
B
Besloten vennootschap
C
Vennootschap onder firma
D
Naamloze vennootschap

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee voordelen van een VOF ten opzichte van een eenmanszaak

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een eenmanszaak en een vof?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een nv en een bv?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

SO hoofdstuk 5
Datum: 
- Begrippen

-Krant

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KLETSPAUZE!
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt en werkgelegenheid is
  • Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort 
  • Je kunt uitleggen waar de algemene wet gelijke behandeling voor bedoelt is 
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsmarkt (=vraag & aanbod)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanbod en vraag
  • Van wie komt het aanbod van arbeid?


  • Van wie komt de vraag naar arbeid?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkgelegenheid
De vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid bestaat bij uit alle banen bij bedrijven en overheid. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werklozen
Beroepsbevolking, aanbod van arbeid

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn!!
DIE KAN EN WIL WERKEN




Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

arbeidsparticipatie     
Arbeidsparticipatie

Slide 31 - Diapositive

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?
Algemene wet gelijke behandeling
In de Algemene Wet Gelijke Behandeling staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van 
  1. Geslacht
  2. Afkomst
  3. Leeftijd
  4. Religie

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu mogen jullie 
Wat? Maak opdracht 2 t/m 14
Hoe? Je mag overleggen, ga wel aan de slag.
Waar? In het lokaal
Opbrengst? Minder werk thuis, oefenen voor de toets
Klaar? Even niks doen, tot de 10 min om zijn



timer
20:00

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KLETSPAUZE!
timer
5:00

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Kies een onderwerp waar je over wilt schrijven

Maak er een kort verhaal van

Geef bijvoorbeeld, je eigen ervaring, je mening, de voor en nadelen, wat je er vanaf weet etc. 
timer
5:00

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt en werkgelegenheid is
  • Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort 
  • Je kunt uitleggen waar de algemene wet gelijke behandeling voor bedoelt is 
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions