herhaling H15

herhaling H15
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

herhaling H15

Slide 1 - Diapositive

st- en vt-diagrammen
Elke beweging heeft zijn eigen bijpassende grafiek. Aan de grafiek kun je dus al zien om wat voor een beweging het gaat. 

Let goed op als je een grafiek bekijkt of zelf maakt, dat je kijkt naar wat er langs de assen staat: afstand (s) tijd (t) of snelheid (v) tijd (t). 

Slide 2 - Diapositive

75 km/is ... m/s
A
20,8 m/s
B
270 m/s

Slide 3 - Quiz

19,44 m/s is ... km/h
A
5,4 km/h
B
70 km/h

Slide 4 - Quiz

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste formule om de gemiddelde snelheid uit te rekenen?
A
t = s : v
B
s = v x t
C
v = s : t
D
v = s x t

Slide 6 - Quiz

Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconden.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,108 m/s
B
v = 33,3 m/s
C
v = 2,57 m/s
D
v = 9,26 m/s

Slide 7 - Quiz

Een auto rijdt 385 km met een gemiddelde snelheid van 110 km/h. Bereken hoelang de auto over die afstand doet.
A
t = 3,5 h
B
t = 0,29 h
C
Drie kwartier
D
t = 2,5 h

Slide 8 - Quiz

Usain loopt in 9,53 s een afstand van 100 m. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
0,0953 m/s
B
10,5 m/s
C
37,8 m/s
D
953 m/s

Slide 9 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 10 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 11 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 12 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 13 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 14 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 15 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 16 - Quiz


Welk soort beweging is dit?
A
Stilstaan
B
Eenparige beweging
C
Versnellen
D
Vertragen

Slide 17 - Quiz

Wat is de versnelling tussen t = 0,0 s en t = 8,0 s?
A
5 m/s^2
B
10 m/s^2
C
40 m/s^2
D
160 m/s^2

Slide 18 - Quiz

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 19 - Quiz

Je woont 3 km van school, je fietst er 10 minuten over. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u ?
A
30 km/h
B
18 km/h
C
12 km/h
D
0,3 km/h

Slide 20 - Quiz

Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn remweg?
A
4,5 meter
B
7 meter
C
9 meter
D
11 meter

Slide 21 - Quiz

Zelfde vraag, maar nu wil ik de stopafstand:
Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn stopafstand?
A
4,5 meter
B
7 meter
C
9 meter
D
11 meter

Slide 22 - Quiz

Reactieafstand is:
A
Remweg + reactieafstand
B
Remweg + stopafstand
C
Hoever je nog rijdt voordat je gaat remmen
D
De afstand tot je stilstaat

Slide 23 - Quiz

Reactietijd is de tijd die je nodig hebt om ergens op te reageren.
Wat is de gemiddelde reactietijd in het verkeer?
A
0,2 s
B
0,5 s
C
1 s
D
1,5 s

Slide 24 - Quiz

Mijn snelheid is 10 m/s
Mijn reactietijd is 2 seconde
Wat is mijn reactieafstand?
A
5 m
B
10 m
C
20 m
D
25 m

Slide 25 - Quiz

Remweg is:
A
De tijd die je nodig hebt om te remmen
B
De afstand die je aflegt terwijl je remt
C
De tijd voordat je gaat remmen
D
De weg tot het stopbord

Slide 26 - Quiz

Mijn gemiddelde snelheid = 5 m/s
Ik doe er 5 sec over voordat ik stilsta. Wat is mijn remweg?
A
5 m
B
10 m
C
25 m
D
50 m

Slide 27 - Quiz

Je snelheid wordt twee keer zo groot. Wat gebeurt er dan met de remweg?
A
de remweg wordt korter
B
de remweg wordt langer
C
de remweg blijft gelijk

Slide 28 - Quiz

Als de reactietijd groter is, wordt de stopafstand kleiner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Mijn reactieafstand is 5 m en mijn remweg is 12,5 m. Wat is mijn totale stopafstand?
A
5 m
B
12,5 m
C
17,5 m
D
18,5 m

Slide 30 - Quiz