2.3, 2.4 en 2.5
1 / 19
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat verstaan we onder politieke participatie?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat roept democratie bij jou op?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Gezag is een ander woord voor geaccepteerde macht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Als je je verzet tegen het gezag van de ouders, ben je
A
impulsief
B
recalcitrant
C
explosief
D
expressief
Slide 15 - Quiz
De macht hebben over een ander en iemand vindt dat niet goed noem je
A
De baas spelen
B
Gezag
Slide 16 - Quiz
"We kunnen beter niet bij dat restaurant gaan eten. Daar is de goedkoopste maaltijd 38,95."
Arg. op basis van..?
Arg. op basis van..?
A
nut
B
vermoeden
C
feiten
D
gezag
Slide 17 - Quiz
Als iemand de macht heeft over een ander,
of een groep, en anderen vinden dat goed noem je...
of een groep, en anderen vinden dat goed noem je...
A
De baas spelen
B
Gezag
