Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
numo
grammatica op maat 1 F
woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
taalkundig ontleden
ieder woord heeft een naam
Slide 2 - Diapositive
lidwoord
de het een
De jongen heeft het meisje een bloem gegeven.
bepaald onbepaald
De jongen is groot.
je weet welke jongen Een jongen is groot.
Welke jongen? Dat weet je niet
Slide 3 - Diapositive
zelfstandig naamwoord
- is een mens, dier of ding
- kun je de, het of een voorzetten
- kun je enkelvoud of meervoud van maken
ook namen zijn zelfstandige naamwoorden
De jongen heeft het meisje een bloem gegeven.
Slide 4 - Diapositive
Noem de zelfstandig naamwoorden. In de dierenwinkel zat een lief, klein konijntje.
Slide 5 - Question ouverte
Noem de zelfstandig naamwoorden Elwin had de weddenschap gewonnen.
Slide 6 - Question ouverte
bijvoeglijk naamwoord
- zegt iets over het zelfstandig naamwoord
de groene emmer
de grote fles
de mooie bloemen
De jongen heeft het meisje een verse bloem gegeven.
Slide 7 - Diapositive
De rode auto staat in de straat. Wat is het bijvoegelijk naamwoord?
Slide 8 - Question ouverte
De gouden ring ligt op straat. Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 9 - Question ouverte
numo
grammatica
zelfstandig werken
Slide 10 - Diapositive
Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) vervangt een zelfstandig naamwoord en verwijst naar een persoon, dier of ding.
Dat vriendinnetje van hem doet mij aan jou denken, want ze heeft net zulk haar als jij.
Slide 11 - Diapositive
persoonlijke voornaamwoorden
Slide 12 - Diapositive
n.
Als Stefan vrijdagavond naar hockey skate, ziet hij Jim staan voor het rode stoplicht. Hij wordt vastgehouden door drie jongens uit de 2e klas. Ze pakken zijn tas en smijten hem in het water. Hij doet zelf niks. Hij kijkt alleen toe. Jim wordt altijd gepest, maar nu gaat het wel heel ver. 'Wat moet ik doen', denkt Stefan?