thermometer

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Temperatuur meten

Welkom

zoek je plek op

pak je spullen

Wordt stil.

voorin

Hst 3 Verwarmen en verbranden

Par 3.1: Temperatuur meten

hoe lees je een thermometer af?

• lesdoel:
  
• je weet hoe een vloeistof thermometer werkt
• Je kan een thermometer aflezen
  

Deze les 

huiswerk

uitleg over aflezen. 

klassikaal oefenen 

zelfstandig oefenen

pak nu je plenda 

Zoek De volgende les nask op:

Huiswerk

lees: hoe werkt een thermometer en hoe lees je een thermometer af

 blz 51 en 52

maak: opdr 15 t/m 24

waar: blz 83 en 84

noteer dit in je plenda

laat je plenda open op tafel liggen

de thermometer

• vloeistofkolom.
• reservoir.

aantekeningen

Schrijf mee op je blad 

aflezen 1

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

aflezen 2

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

2. Hoeveel stappen staan er tussen de twee getallen?

aflezen 3

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

2. Hoeveel stappen staan er tussen de twee getallen?

3. Hoeveel graden Celsius is dat?

aflezen 4

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

2. Hoeveel stappen staan er tussen de twee getallen?

3. Hoeveel graden Celsius is dat?

4. Hoeveel stappen staat de vloeistof vanaf het laagste getal van stap 1?

 

aflezen 1

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

2. Hoeveel stappen staan er tussen de twee getallen?

3. Hoeveel graden Celsius is dat?

4. Hoeveel stappen staat de vloeistof vanaf het laagste getal van stap 1?

5. Bereken het aantal graden Celsius

lees af

• Wat is de temperatuur in graden Celcius?
• Gebruik de stappen op blz 102. (kgt: 52)

Hoe lees je een thermometer af?

1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?

2. Hoeveel streepjes staan er tussen de twee getallen?

3. Hoeveel graden Celsius  is dat?

4. Hoeveel stappen staat de vloeistof vanaf het laagste getal van stap 1?

5. bereken het aantal graden celcius

1.  Tussen 20 en 30
2.  10 stappen
3.  10:10= 1
4.  3 stappen
5. 20 +(3*1) = 23 graden celcius

opdracht 

Wat: De opdrachten op je werkblad. 

wie: Iedereen

Hoe: ZS (10 min) 

Klaar: Werken aan huiswerkopdrachten

 

evaluatie

wat ging er goed?

evaluatie 

Wat kan er verbeterd worden?

wat heb je geleerd?