Bibbe - Theorietoets NSM

Julia 

 Theorietoets NSM
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Julia 

 Theorietoets NSM

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is jouw kennis op dit moment over de neusmaag- sonde
010

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het pijtje geeft weer
A
Maag
B
Galblaas
C
Rectum
D
Alvleesklier

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De huig sluit de luchtpijp af tijdens het slikken..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 indicaties waarom een zorgvrager een maagsonde krijgt.   

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste positie die en zorgvrager kan aannemen bij het inbrengen van een sonde?
A
Liggend
B
Half zittend
C
Op rechter zij
D
Op de linker zij

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een neusmaagsonde moet steriel worden ingebracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

nee. Wel zo schoon mogelijk. Je eten is ook niet altijd steriel. Het maagzuur doodt ook bacteriën. 
Hoe heet de methode die wordt gebruikt om te meten hoever de sonde moet worden ingebracht?
A
NEX - 12
B
NEX + 12
C
NEX - 10
D
NEX + 10

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe controleer je of de maagsonde in de maag zit?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de normale PH waarde van de maag
A
De PH-waarde is 5,5 of lager.
B
De PH-waarde is 5,5 of hoger
C
De PH-waarde varieert tussen 1,35 en 3,50
D
De PH-waarde is tussen 6,0 en 7,50

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een geopende fles/zak sondevoeding moet gekoeld bewaard worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de meest voorkomende complicatie bij een zorgvrager die sondevoeding krijgt.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer moet je een sonde doorspuiten met water?
A
1 maal per 24 uur
B
Iedere keer bij aansluiten van de lijn
C
Voor en na iedere voeding
D
Bij medicatietoediening

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De druppelsnelheid wordt aangegeven in
A
mg/l
B
ml/uur
C
mmol/l
D
%

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions