§ 6 Leren onderzoek doen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Deze paragraaf gaat over Determineren = Onderzoek

Stel je weet  niet met wat voor een organisme je te maken hebt. Je  zou dat graag willen weten.  Dan ga je kijken naar de kenmerken.

Dat noem je Determineren.

Daar heb je een hulpmiddel voor nodig, dat noemen we een determineertabel of een zoekkaart gebruiken.

Na deze paragraaf kun je met een determineertabel werken en kun je dus een organisme determineren. Oftewel bepalen wat het is en tot welk rijk afdeling etc. het behoort.

Je kan iets opzoeken via:

Een zoekkaart of met een determinatietabel.

Op de voorgaande dia kon je een zoekkaart zien.

Je begint altijd bij de start of bij de eerste vraag.

Steeds moet je een keuze maken. Na elke keuze is er weer een keuzemogelijkheid zodat je steeds meer mogelijkheden uitsluit en je dichter bij het antwoord komt.

Bij de volgende dia ga je een filmpje bekijken.

In dit filmpje wordt heel goed uitgelegd hoe je met een determineertabel moet werken. 

In de volgende dia's worden vragen gesteld.

Om daar een goed antwoord op te kunnen geven moet je de zoekkaart van dia 2 gebruiken.

Linksboven is de start. De eerste vraag is A, je ziet dat de laatste vraag Q is.

De vragen gaan over A t/m Q. Kijk goed naar de aanwijzingen.

Kijk bij L.
Welke dieren hebben pantser als skelet?

1. Wormen
2. Geleedpotigen
3. Vissen
4. Zoogdieren

Kijk bij P.
Welk dier heeft een huisje of schelp

1. Geleedpotigen
2. Reptielen
3. Weekdieren
4. Insecten

Kijk bij A.
Kun je Bacteriën zien met het blote oog?

1. Ja
2. Nee

Kijk bij Q.
Van welk dier is het lichaam lang en dun?

1. Wormen
2. Stekelhuidigen
3. Insecten
4. Holtedieren

Kijk bij C.
Welke plant heeft geen bloemen en geen zaden?

1. Naaktzadige planten
2. Sporenplanten
3. Bedektzadige planten

Kijk bij N.
Welk dier heeft veel meer dan 10 poten?

1. Kreeften
2. Kreeften
3. Spinnen
4. Duizendpoten

Kijk bij O.
Hoeveel poten heeft een spin?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Kijk bij G.
Welke dieren hebben een skelet en een wervelkolom?

1. Spinnen
2. Gewervelden
3. Stekelhuidigen
4. Geleedpotigen

Kijk bij E.
Welk organisme bestaat uit schimmeldraden?

1. Paddenstoelen
3. Bacteriën
4. Schimmels

Huiswerk

BK :  Blz 172  en maak opdracht 1 t/m 3

(let op opdracht 3 is een knip en plak opdracht)

KGT Lezen blz 206-208 en maak opdracht 3