4mA Examenbundel t/m blz. 38

4mA
Examentraining
  • deelvaardigheden: beeld en opmaak & schrijfdoel en leesdoel.





1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4mA
Examentraining
  • deelvaardigheden: beeld en opmaak & schrijfdoel en leesdoel.





Slide 1 - Diapositive

Vorige les hebben we behandeld:
  • Tekstsoorten
  • Leesstrategieën
  • Moeilijke woorden

Slide 2 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met 'betogende teksten'?

Slide 3 - Question ouverte

Leesstrategieën
  •  Globaal lezen
  • Zoekend lezen
  • Intensief lezen (precies lezen)

Slide 4 - Diapositive

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Zoekend lezen

Slide 5 - Question de remorquage

Wat doe je al je op je examen een moeilijk woord tegenkomt?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent het onderstreepte woord?

Het is een hele toer om dit podium op te bouwen.
____
A
draai
B
lastig werk
C
reis

Slide 7 - Quiz

Beeld & opmaak
Theorie blz. 33

Markeer de belangrijke informatie

Schrijf er dingen bij die gezegd worden

Slide 8 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met 'KOP'?
A
hoofd
B
titel
C
tussenkopje
D
baas

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van een tussenkopje?
A
houvast bij het lezen
B
structuur
C
handig bij globaal en zoekend lezen
D
amusant

Slide 10 - Quiz

Opdracht maken
Maak vraag 4 + 5 op blz. 34-35
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Een afbeelding in een advertentie kan verschillende functies hebben.
1. De afbeelding dient om aandacht te trekken
2. De afbeelding is nodig om de tekst te kunnen begrijpen
3. De afbeelding voegt nieuwe informatie-elementen toe aan de tekst
Welke functie(s) heeft de afbeelding in deze advertentie?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2
D
2 en 3

Slide 12 - Quiz

Antwoord A
Op de afbeelding staat iemand met een kind op zijn rug voor een doolhof. Je hebt deze foto niet nodig om de tekst te begrijpen, en de foto voegt ook geen nieuwe informatie toe. Het is een opvallende foto. Hij is bedoeld om de aandacht te trekken.

Slide 13 - Diapositive

Op welk aspect legt de afbeelding in de advertentie de nadruk?
A
een nieuw bestaan in Nederland is voor vluchtelingen aantrekkelijk
B
iedereen kan vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk worden
C
Vluchtelingen hebben de hulp van anderen nodig
D
Weet iedereen voor vluchtelingen de weg in de eigen woonplaats?

Slide 14 - Quiz

Antwoord C
Zonder hulp kan een vluchteling de weg niet vinden in het doolhof van instanties

Slide 15 - Diapositive

Schrijfdoel & lezers
Theorie blz. 36

Markeer de belangrijke informatie

Schrijf er dingen bij die gezegd worden

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Iedere schrijver heeft een schrijfdoel. Bij elk schrijfdoel horen verschillende tekstsoorten. Sleep het juiste doel naar de bijbehorende tekstsoort.
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 18 - Question de remorquage

Opdracht maken
Maak opdracht 6 + 7 op blz. 38
timer
5:00

Slide 19 - Diapositive

Voor wie is deze advertentie bedoeld?
A
alleen voor jonge mannen
B
voor belangstellenden voor en functie bij de landmacht
C
voor mannen en vrouwen die al in de landmacht zitten
D
voor scholieren op technische opleidingen

Slide 20 - Quiz

Antwoord B
Onder aan de advertentie lees je: Ontdek of jij geschikt of ongeschikt bent voor een baan bij de koninklijke landmacht. Dat moet bedoeld zijn voor iedereen die belangstelling heeft om bij de landmacht te werken.

Slide 21 - Diapositive

Wat is het voornaamste doel van deze advertentie?
A
de lezers informeren
B
de lezers amuseren
C
de lezers tot handelen aansporen
D
de lezers overtuigen

Slide 22 - Quiz

Antwoord C
De lezer wordt aangespoord tot handelen: Ga naar de website of bel.

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les
Geen huiswerk :-)

Slide 24 - Diapositive