Vervoegen van werkwoorden les 2

MYP phase 1-2

werkwoorden t.t. 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

MYP phase 1-2

werkwoorden t.t. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

werkwoorden

Slide 4 - Carte mentale

Hoe vind je de stam?
De stam is de 'IK' vorm van een werkwoord.
Je vindt de stam door 'IK'voor het werkwoord te plaatsen.
bv. Ik snoep, Ik werk, Ik slaap

Slide 5 - Diapositive

Wat is de stam van 'antwoorden'?
A
antwoorden
B
antwoord
C
antwoordt
D
antwoordde

Slide 6 - Quiz

Wat is de stam van 'brengen'?
A
bracht
B
brengt
C
brengen
D
breng

Slide 7 - Quiz

Ik (houden)……… mijn hand op
A
houd
B
hield
C
houdt
D
hout

Slide 8 - Quiz

Het meisje(hebben)….. een mooie auto
A
hebt
B
hebben
C
heeft
D
had

Slide 9 - Quiz

Zij (zingen)……….. samen een mooi lied.
A
zingt
B
zing
C
zong
D
zingen

Slide 10 - Quiz

De oude man (houden) van lezen.
A
houdt
B
houd
C
hield
D
houden

Slide 11 - Quiz

Let op!
Als het onderwerp achter de persoonsvorm staat komt er geen T achter de stam.
Jij loopt...….Loop jij?
Jij geeft...…….Geef jij?

Slide 12 - Diapositive

Vul in:
Jouw kleine broertje (springen)………. in het water.

Slide 13 - Question ouverte

Vul in:
Jij schrijft een brief. (schrijven)……. jij elke week een brief?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van eet?

Slide 15 - Question ouverte

Oefenen maar!
Maar het werkblad dat je nu krijgt.
Zoek eerst de stam en maak dan de zinnen af.

Slide 16 - Diapositive

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Slide 17 - Question ouverte

Jeugdjournaal
We gaan samen kijken naar het jeugdjournaal.


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Diapositive