§8.6 - Rond je cellen

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten
- Terugblik: bloedsomloop
- Les over rond je cellen
- Vooruitblik 
Leerdoelen
Je kunt:
- beschrijven hoe stoffen je cellen in en uit gaan.
- het verschil tussen bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe uitleggen.
- beschrijven hoe weefselvloeistof gevormd wordt en hoe deze weer teruggaat naar het bloed.
- uitleggen wat de functie van lymfeklieren is.
Huiswerk
Mk. §8.6 en 9.1

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom
- Huiswerk in de agenda zetten
- Terugblik: bloedsomloop
- Les over rond je cellen
- Vooruitblik 
Leerdoelen
Je kunt:
- beschrijven hoe stoffen je cellen in en uit gaan.
- het verschil tussen bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe uitleggen.
- beschrijven hoe weefselvloeistof gevormd wordt en hoe deze weer teruggaat naar het bloed.
- uitleggen wat de functie van lymfeklieren is.
Huiswerk
Mk. §8.6 en 9.1

Slide 1 - Diapositive

Bloedsomloop bestaat uit...
A
Hart en bloedvaten
B
Alleen het hart
C
Alleen de bloedvaten
D
Alleen bloedvaten

Slide 2 - Quiz

De meeste slagaders zijn
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 3 - Quiz

Deze bloedvaten hebben kleppen
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders

Slide 4 - Quiz

Wat weet jij van het lymfestelsel?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

0

Slide 7 - Vidéo

Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?
A
Halen voedingsstoffen uit lymfe
B
Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers.
C
Halen zuurstof uit lymfe
D
Maakt witte bloedcellen aan

Slide 8 - Quiz

Weefselvloeistof
Lymfe
Bloedplasma
Vocht buiten de haarvaten; kan O2, witte bloedcellen, voedingsstoffen, CO2 en andere afvalstoffen bevatten
Deze vloeistof bestaat uit water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen
In deze vloeistof zitten geen bloedcellen of bloedplaatjes

Slide 9 - Question de remorquage

Leg in het kort uit hoe het lymfevatenstelsel werkt

Slide 10 - Question ouverte

Hoe gaan stoffen in en uit je cellen?
Rode bloedcellen: zuurstofvervoer. In haarvaatjes laten de rode bloedcellen zuurstofdeeltjes los.
Die komen in het plasma.
Daarin zit nu glucose en zuurstof.
Dit plasma lekt door mini-gaatjes in de haarvatwand naar buiten : weefselvloeistof (vloeistof rondom je cellen).
Via weefselvloeistof kan er glucose en zuurstof bij de cellen komen. 

Slide 11 - Diapositive

Hoe komt weefselvloeistof weer in je bloed?

1. Via lymfe vaten. 

Lymfevaten: kleine kanaaltjes in weefsels. Hebben piepkleine gaatjes in de wand. Hierdoor stroomt weefselvloeistof.

Lymfe = weefselvloeistof in lymfevaten.

Lymfevaten: lijken op aders, want: kleppen, slappe wand en lage druk in de vaten. Lymfe stroomt door je lichaam tot onder je sleutelbeenderen. Daar: weer in je bloed. (ong. de helft)

Slide 12 - Diapositive

Hoe komt weefselvloeistof weer in je bloed?

2. Via haarvaten

Andere helft van de weefselvloeistof: terug naar het bloed in de haarvaten.

Slide 13 - Diapositive

Wat doet je lymfestelsel?
  • Lymfevaten (kleine kanaaltjes in weefsels) voeren lymfe naar de lymfeklieren / lymfeknopen.

  • Hier wordt het lymfe gezuiverd van o.a. ziekteverwekkers.

  • Dit wordt gedaan door de witte bloedcellen. 

Slide 14 - Diapositive

Dus...
Witte bloedcellen bestrijden ziekteverwekkers.
De bekendste: keelamandelen.
Andere lymfeklieren : in liezen, oksels ,hals. 

Witte bloedcellen veel ziekteverwekkers bestrijden?-> lymfeklier kan opzwellen / pijn doen.
(bijv. bij verkoudheid of keelontsteking-> pijn bij slikken door gezwollen lymfeklieren in hals.)

Slide 15 - Diapositive

Geef in maximaal drie zinnen aan wat je hebt onthouden van deze les.

Slide 16 - Question ouverte

Ik heb behoefte aan extra uitleg met de docent omdat ik nog vragen heb.
A
Ja, ik kom naar een KWT-uur
B
Ja, maar ik ga eerst zelf §8.6 bestuderen en maken.
C
Nee

Slide 17 - Quiz

Vooruitblik
§9.1 - Ongezond
In mijn KWT (di 4e uur) herhalen we HD8 aan de hand van spelvormen.
Huiswerk
Mk. §8.6 en §9.1

Slide 18 - Diapositive