Muurkrant 1A

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

l
Maak in stilte de startopdracht. 
leg op tafel: 
schrift
etui
wisbordje
dagboekfragment




timer
6:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag:

    Uitleg nieuwsbericht
    Uitleg muurkrant
    Muurkrant maken
    Leeslessen
    Schoolwerk
   



Vandaag:

    - Ik ken de 6 kenmerken van een nieuwsbericht.
    - Ik kan een nieuwsbericht schrijven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schrijf op je wisbord:
Waar denk je aan bij het woord 'krant'?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ziet een krant er vaak uit?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

   


Staat vaak in de krant
Nieuwswebsites
Je leest wat er is gebeurd
Feiten!

 



   Dikgedrukte kop
    Inleiding
    Kolommen
    Plaatsnaam
    Verslaggever
Nieuwsbericht

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwsbericht

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dikgedrukte kop
Dikgedrukte inleiding
Verslaggever /
plaatsnaam
Kolommen

Slide 9 - Diapositive

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
kenmerk van een nieuwsbericht
geen kenmerk van een nieuwsbericht
1 kolommen
2 De naam van de schrijver is vermeld.
3 subjectief
4 Plaatsnaam staat bovenaan.
5 dikgedrukte inleiding
6 titel is dikgedrukt
7 doel: overtuigen
8 tekstverband oorzaak en gevolg 
9 heeft altijd tussenkopjes

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een muurkrant?

Een muurkrant is een poster die eruit ziet als een krantenpagina. Er staan meerdere stukjes tekst op, met afbeeldingen en duidelijke koppen. 
Muurkrant maken!

Slide 11 - Diapositive

Uitleg:
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Maak gebruik van de theorie, zoals behandeld tijdens de les.
Maak een muurkant over jezelf. Hierop komt in ieder geval je naam en 2 foto's van jezelf.

Daarbij zou je nog stukjes kunnen schrijven over bijvoorbeeld: je familie/gezin, dingen die je leuk vindt, wat je later wil worden, je lieverlingskleur. 

Gebruik hierbij de mindmap die je vorige les hebt gemaakt!
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de leesles komende week gaan jullie een verslag schrijven over de introductieweek. Hiervoor is het belangrijk dat je weet: 
Wanneer was de introweek?
Wat heb je gedaan?
Wat vond je wel/niet leuk? Waarom?
Hoe voelde je je deze week? Waarom?
Vind je dat er iets beter kon?
Leesles
Hoe schrijf ik een verslag?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht inleiding, deelonderwerpen en slot
Schrijf een kort verslag over je introductieweek:

Inleiding
Geef een korte introductie over de introductieweek. Wanneer vond het plaats? Waarom?

Middenstuk
Wat heb je gedaan?
Beschrijf de activiteiten en evenementen waar je aan hebt deelgenomen.
Wat vond je het leukst?


Vertel over nieuwe dingen die je hebt geleerd of ontdekt tijdens de introductieweek.
Heb je nieuwe vrienden gemaakt?




Slot
Hoe voelde je je? Was je enthousiast, nerveus, blij, enzovoort.
Verbeteringen voor de volgende keer:
Geef suggesties over wat er beter zou kunnen tijdens een toekomstige introductieweek.

timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie: zo schrijf je een persoonlijk verslag
titel
inleiding
schrijf je in het kort waarover je verslag gaat
middenstuk
vertel de gebeurtenissen in de volgorde waarin ze gebeurd zijn (chronologisch).
signaalwoorden: eerst, daarna, vervolgens, toen, dan, verder, ten slotte
slot
schrijf je eigen mening

naam en klas
Verslag

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoolwerk. Pak je agenda!
Volgende les:
  • Nederlands: muurkrant over jezelf afmaken

  • Leesles: inleveren verslag introductieweek

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions