2.3 Duitsland, van democratie naar dictatuur

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

2.3 Duitsland, van democratie naar dictatuur

Huiswerk nabespreken

2.1: opdracht 1b en 4

2.2: opdracht 4 en 5

2.1: Opdracht 1B

A. consumptie neemt toe

B. invoering van de lopende band

C. uitbreiding van gebruik van elektriciteit

D. producten worden goedkoper

E. productie stijgt

F. Stijging van lonen

2.1: Opdracht 4

A. Hij geloofde dat de economische crisis vanzelf zou overgaan als de prijzen daalden.

B. Liberalisme

C. zich intensief met de economie te bemoeien en daarvoor meer geld uit te geven dan het binnenkreeg.

D. beperking van de landbouwproductie (om prijzen te laten stijgen)

E. Door de New Deal ging het langzaam beter met de economie, maar de crisis ging niet echt voorbij.

F. de Tweede Wereldoorlog. 

2.2: opdracht 4

A. Het totalitaire kenmerk: 'Het fascisme wil een gezag dat in de geesten doordringt en er volledig heerst'

B. Nationalisme: 'leiders die het grondgebied van de natie hebben vergroot'

2.2: opdracht 5

A. Afbeelding 10 want met het badpak liet de vrouw zien dat ze Mussolini als persoon heel goed vond.

B. Afbeelding 11 want fascisten verspreidden met de grote M het idee dat Mussolini heel goed was.

Welke kenmerken passen bij het fascisme?

1. Antidemocratisch
2. Gewelddadig
3. Extreem nationalistisch
4. Totalitair

Wat betekent totalitair?

Welke kenmerk past niet bij fascistisch Italië?

1. Indoctrinatie
2. Persoonsverheerlijking
3. Democratie
4. Dictatuur

Wat is een planeconomie?

Welk land had in de jaren 1930 een planeconomie?

1. V.S.
2. Italië
3. Duitsland
4. S.U.

Leerdoelen

• In deze paragraaf leer je welke politieke problemen ontstonden in Duitsland.
  
  
• In deze paragraaf leer je welke economische problemen ontstonden.
  
  
• In deze paragraaf leer je hoe Hitler aan de macht kwam.
  
  
• In deze paragraaf leer je hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.

Bedreigde democratie

• 1918/1919 Duitse keizer Wilhelm II vlucht naar Nederland.
• Onrust in Berlijn, parlement bijeen in Weimar. --> Weimar- Republiek -> Nieuwe grondwet 
• Duitsland vanaf nu democratische republiek.
• Doel: Rust, orde en veiligheid.
  
• Zware jaren volgen!
  1. Werkloosheid frontsoldaten
  2: Tekort aan voedsel
  3: Zware financiële lasten vanwege Verdrag van Versailles
  4: Democratie niet geliefd, verlangen naar keizerrijk
  5: Geweld tussen links en rechts.

Chaos en herstel

• 1923 Duitsland kon herstelbetalingen niet betalen, Fransen bezetten  Ruhrgebied; Stakingen 
• Inflatie= geld werd minder waard omdat er extra geld werd bijgedrukt.
  
• Armoede nam toe
  
  
• Economische hulp van VS: Dawesplan
  
• Gevolg: mensen krijgen vertrouwen terug! 
• Durven weer vooruit te kijken -->bemoeien met politiek. 

Crisis in Duitsland

-Economische wereldcrisis 1929 :treft ook Duitsland
  
-VS wilde geleend geld terug. 
Duitsland failliet

Crisis Duitsland

-Werkloosheid enorm -> 1932 helft van Duitse bevolking werkloos

-Weimar parlement kansloos
-> Communisten en  ruiken hun kans!

Adolf Hitler en zijn NSDAP

• Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP)
  
  
• Einde maken aan democratie en economische crisis
  
  
• Wraakgevoelens -> Verdrag van Versailles ongedaan maken
  
  
• Hitler kan goed spreken voor groot publiek, wordt leider van NSDAP (Führer)

Hitler en NSDAP

-Plannen Hitler opgeschreven in Mein Kampf

-Hitler: Arische ras moet overwinnen

-Hitler’s ideeën extreem: Joden uitroeien = antisemitisme

Overeenkomst en verschillen Nazi's en Fascisten 

Hitler en Mussolini overeenkomsten: 
-anti democratisch en anti communistisch 
-Extreem nationalistisch 
-1 sterke leider, 1 groot rijk, 1 partij als ideaal 
-totalitair systeem  
-geweld en militairen belangrijk 
-propaganda, indoctrinatie en persoonsverheerlijking 

Hitler en Mussolini verschillen: 
-Hitler had een rassenleer en antisemitisme = Jodenhaat, Mussolini NIET. 
-Mussolini afhankelijk van Koning, Hitler NIET. 

Machtsovername nazi's 

• 1932 Verkiezingen gewonnen door Nazi’s.
  
• 1933 Hitler werd rijkskanselier
  
• Hitler zet parlement af, benoemt zelf nieuwe regering
  
• Rijksdagbrand 27 februari 1933 helpt hem zijn macht te vergroten (actie tegen communisten)
  
• Hitler trok alle macht naar zich toe en kreeg deze ook
  
• Nu kans om Hitlers idealen uit te voeren
  

Beloften van Hitler

• Hitler profiteerde van economische wereldcrisis
• Hij beloofde een einde te maken aan de crisis. Werk en welvaart creëren --> Plan is gelukt, Duitsland snel uit crisis. Hierdoor populariteit Hitler vergroot
• 1 sterk Duitsland creëren waar alle Duits sprekenden samen leefden
• Einde maken aan Verdrag van Versailles: ook gelukt
  
• Duitsland industrialiseerde ook snel --> Oorlogsindustrie
  
• Opkomst van SS en SA. --> aanpakken straatgeweld
  
• Alles wat Joods en communistisch was werd vernietigd

Duitsland onder Hitler

• Opbouw totalitaire staat
• Eerste stap: verbod alle politieke partijen, alleen NSDAP mocht bestaan
• Tweede stap: Volk opvoeden naar Nationaal -Socialistische ideeën
• Volk indoctrineren -> Propaganda o.l.v. Minister Joseph Goebbels.
  
• Censuur media, kunst en films

Duitsland onder Hitler

• Oprichting Hitlerjugend en Bond Deutsche Mädel
• Persoonsverheerlijking Hitler
• Hitlergroet, militaire parades, hakenkruizen, enz.
• Bewapeningsprogramma opgezet --> voorbereiding WO 2.
• Werkloosheid voorbij, mensen blij!
• Mensen geen idee van Hitler’s terreur.

Welke overeenkomsten zijn er tussen het fascisme en het nationaal socialisme?

Welke verschillen zijn er tussen het fascisme en het nationaal socialisme?

Welke beloftes maakt Hitler wanneer hij aan de macht is?

Leerdoelen

• In deze paragraaf leer je welke politieke problemen ontstonden in Duitsland.
  
  
• In deze paragraaf leer je welke economische problemen ontstonden.
  
  
• In deze paragraaf leer je hoe Hitler aan de macht kwam.
  
  
• In deze paragraaf leer je hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.