B1e - bespreken lezen 1.3 - opdracht 11, 12 en 14

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

B1e - bespreken 1.3 

opdracht 11, 12 en 14

Wat doe je als je een tekst verkennend leest?

11b. Wat is waarschijnlijk het doel van de schrijver?

1. Hij wil de lezer informatie geven.
2. Hij wil de lezer overtuigen.

11d. Hoeveel alinea's bevat tekst 2?

Hoe herken je de alinea's?

12a. Waarom wordt Noa een wonderkind genoemd?

Aan welke woorden herken je de drie redenen?

7b. Noem twee bronnen met teksten bedoeld voor volwassenen.

12b. In welke alinea staat wat Noa van de term wonderkind vindt?

1. alinea 1
2. alinea 2
3. alinea 3
4. alinea 4

10a. Wat is het onderwerp van de instructie in tekst 2?

12c. Vindt Noa dat haar ouders haar pushen?

1. ja
2. nee

12c. Noa vindt niet dat haar ouders haar pushen, omdat ...

De titel van de tekst is 'Vioolwonderkind zijn is keihard werken'. 

In welke alinea staat waaruit dat keiharde werken bestaat?

14.c Wat betekent een blauwe maandag (r.34)?

14c. Wat betekent een blauwe maandag (r. 34)?

14. Woordenschat

Debuteren = voor de eerste keer optreden

Soliste - soleren: iemand die alleen speelt / iets alleen doen

Wapenfeiten = dingen die je bereikt / prestaties

Prestigieuze = heel belangrijke

Prille = nog nieuwe