Is dit waar? In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden 'verband' met elkaar.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Is dit waar? In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden 'verband' met elkaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
Aan een 'signaalwoord' zie je met welk verband je in een tekst te maken hebt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Wat is een signaalwoord?
A
Woorden die een tegenstelling aangeven.
B
Woorden die zinnen aan elkaar verbinden.
Slide 3 - Quiz
Waarom staan er signaalwoorden in een zin?
A
Om de tekst leuker te maken.
B
Die woorden helpen je de tekst beter te begrijpen.
Slide 4 - Quiz
Een opsomming herken je aan signaalwoorden zoals:
A
aan de ene kant,... aan de andere kant, toch..
B
ten eerste, verder, ten slotte
Slide 5 - Quiz
Een opsomming kan je ook herkennen aan:
A
hoofdletters
B
streepjes, getallen, dubbele punt
Slide 6 - Quiz
Is dit een opsomming? Ik koop taart, gebakjes en chocolaatjes.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Een tegenstelling herken je aan signaalwoorden zoals:
A
ten slotte, verder, getallen
B
echter, maar, hoewel
Slide 8 - Quiz
Is dit een tegenstelling? De auto is oud, maar hij gaat heel snel.
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Is dit een tegenstelling of een opsomming: Ik hou van snoep, chips en pizza.
A
tegenstelling
B
opsomming
Slide 10 - Quiz
Is dit een tegenstelling of opsomming; Om te beginnen wil ik zeggen dat ik het hier niet mee eens ben. Ook vind ik dit ongepast.
A
tegenstelling
B
opsomming
Slide 11 - Quiz
Is dit een tegenstelling of opsomming: Aan de ene kant vind ik dit mooi, aan de andere kant twijfel ik.
A
tegenstelling
B
opsomming
Slide 12 - Quiz
Schrijf nu een zin met een tegenstelling.
Slide 13 - Question ouverte
Zou dit een 'begin' of een 'slot' van een tekst kunnen zijn? Al met al hebben we ons goed vermaakt. Het is niet de allerbeste game, maar we hebben toch zeker genoten.
A
Begin
B
Slot
Slide 14 - Quiz
A
Slide 15 - Quiz
Schrijf nu een zin met een opsomming.Al met al hebben we ons a