Ontdekkers en hervormers

Hoofdstuk 5
Ontdekkers en hervormers
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
Ontdekkers en hervormers

Slide 1 - Diapositive

5.1
De kerk valt uiteen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 1
welke kritiek er was op de katholieke kerk

Slide 3 - Diapositive

De paus en andere geestelijken leefden in rijkdom en luxe.

De kerk verkocht aflaten. Hiermee werd schulden vergeven en een plaats in de hemel beloofd.

In de kerk werden heiligen vereerd en stond vol met beelden.

De kerk was nodig om de hemel de bereiken. De bijbel speelde een kleine rol.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel 2
Hoe machthebbers omgingen met de kritiek

Slide 5 - Diapositive

Maarten Luther spijkerde in 1517 zijn kritiek op de deur van een kerk.
De paus eiste dat Luther zijn kritiek terugnam. Luther weigerde en de paus zette hem uit de katholieke kerk.

Slide 6 - Diapositive

De ideeën van Luther konden zich snel verspreiden door een nieuwe uitvinding: de boekdrukkunst.

Luther kreeg vele volgelingen en toen hij uit de kerk werd gezet stapte veel gelovigen ook de kerk uit. Zo kwam er een scheuring in de kerk

Slide 7 - Diapositive

Leerdoel 3
Hoe protestantse kerken ontstonden.

Slide 8 - Diapositive

Christenen die de katholieke kerk verlieten noemen we protestanten.
De splitsing van de kerk noemen we de reformatie, of hervorming.

Slide 9 - Diapositive

Katholieke
Kerk

Slide 10 - Diapositive

Protestanten:
Geen beelden in de kerk.
Vereren geen heiligen.
Geen kloosters (monniken en nonnen)
Meer aandacht voor de bijbel.
Kerkdiensten geleid door een dominee of predikant.
Dominee of predikant mag trouwen.

Slide 11 - Diapositive

Calvijn
In de Nederlanden waren de meeste protestanten aanhanger van Johannes Calvijn. 
(Maarten Luther werd vooral populair in Duitsland)

Het protestantse geloof volgens Calvijn noemen we calvinisme.

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel 4
welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten

Slide 13 - Diapositive

Godsdienstoorlogen
In Europa ontstonden door de reformatie vele oorlogen tussen de katholieken en protestanten.

Keizer Karel V wilde alle protestanten straffen. 
Hij vervolgde hen zwaar. Vele 'ketters' werden verbrand.

Slide 14 - Diapositive

Reformatie is hetzelfde als Hervorming
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Luther en Calvijn zijn hervormers
A
Waar
B
Niet waar
C
alleen Luther
D
alleen Calvijn

Slide 16 - Quiz

Luther vond de Katholieke kerk ...
A
Super leuk
B
Ziek
C
Te machtig
D
Luther geloofde niet in god

Slide 17 - Quiz

Katholiek
Protestants
Beelden in de kerk
Verering van Heiligen
Geen heiligen
Kerkdienst eigen taal
Veel aandacht voor de bijbel
Kerk is arm
Paus is de baas

Slide 18 - Question de remorquage


A
Luther
B
Calvijn
C
Erasmus
D
Da Vinci

Slide 19 - Quiz

Veel volgelingen in de Nederlandse gebieden
A
Calvijn
B
Luther
C
beide

Slide 20 - Quiz

5.2 De Nederlandse opstand

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer de baas. Dit was Karel V.

De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 23 - Diapositive

Centralisatie
Karel V wilde de Nederlanden vanuit 1 plek (Brussel) besturen. 
De edelen, gewesten, en steden waren het hier niet mee eens. Dan zouden zij veel macht en vrijheid kwijtraken.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Centralisatie en vervolgen protestanten
  • Filips wilde zo snel mogelijk weg uit de Nederlanden, en zijn rijk centraal (centralisatie) vanuit Madrid (Spanje) besturen.
  • Hij liet zijn halfzus Margaretha van Parma, als landvoogdes, de Nederlanden besturen. Zij volgde zijn bevelen uit Spanje op...
  • ...en de stadhouders  (o.a. Willem van Oranje) moesten die bevelen uitvoeren.
  • De stadhouders moesten helpen bij de vervolging van protestanten.

Slide 26 - Diapositive

Willem van Oranje
-Hij was de stadhouder in dienst van Filips II.

-Hij was tegen centralisatie, want dan raakte hij veel macht kwijt.

-Hij gehoorzaamde Filips niet en vervolgden geen protestanten

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

De Beeldenstorm 1566


  • De onrust wordt tijdelijk minder, maar in augustus 1566 gaat het mis
  • Na een oproep, van protestantse predikanten, om de beelden in de kerken te verwijderen, worden honderden kerken vernield en geplunderd.
  • Toen Filips II in Madrid hoorde van deze Beeldenstorm werd hij woest.
  • Hij stuurde zijn beste generaal, de Hertog van Alva, naar de Nederlanden, om orde op zaken te stellen. 
  • Willem van Oranje vlucht weg. Hij weet dat Filips hem hiervan de schuld geeft.

Slide 29 - Diapositive

Willem van Oranje
-Hij vlucht na de beeldenstorm naar Nassau in Duitsland.
-In 1568 valt hij met een leger de Nederlanden binnen om Alva te bestrijden. Dit is het begin van de de opstand (80-jarige oorlog)

Slide 30 - Diapositive

In 1572 veroverden de watergeuzen Den Briel. 
Hierna kozen veel steden in het noorden de van de Nederlanden de kant van Willem van Oranje.

De Spanjaarden probeerden de opstand te beeindigen door enorm veel geweld te gebruiken. Dit zorgde echter voor alleen maar meer verzet.

De noordelijk gewesten besloten in 1579 militair samen te werken tegen de Spanjaarden (Unie van Utrecht)

Slide 31 - Diapositive

de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
In 1581 verwierpen de Noordelijke gewesten Filips II als hun koning.
In 1588 besloten ze niet langer te zoeken naar een nieuwe vorst. 
Ze werden een republiek.

Slide 32 - Diapositive

In 1584 werd Willem van Oranje vermoord. 

De opstand zou echter zonder hem gewoon doorgaan.

Pas in 1648 werd er vrede met Spanje gesloten.

Slide 33 - Diapositive

6.3
Nederland migratieland

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Zuid-Nederlandse vluchtelingen
Vanaf eind 16e eeuw was er een bloeiende economie in de Republiek. 
Veel inwoners van de zuidelijk Nederlanden emigreerde naar het noorden. Ook veel protestanten vluchtte vanuit het zuiden (Spaans gebied) naar de Republiek .

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Veel Vlaamse immigranten namen geld, kennis en handelscontacten mee naar het gewest Holland. 

Amsterdam werd zo de belangrijkste handelsstad van Europa. Door de toenemende werkgelegenheid emigreerde uit o.a. Duitsland en Scandinavië nog veel meer mensen.   

Slide 38 - Diapositive

Mogen geloven wat je wilt.
In de Republiek was er gewetensvrijheid (recht om te geloven wat je wilt).
Hierdoor vluchtte uit heel Europa mensen naar de Republiek om vrij hun geloof te belijden.

Slide 39 - Diapositive

6.4
De ontdekkingsreizen 

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Europese handelaren kochten dure specerijen van de Arabieren.
De Europeanen wilden echter zelf de specerijen kopen in Indië (Zuidoost-Azië).

Slide 42 - Diapositive

In 1498 vond de Portugese zeevaarder Vasco da Gama als eerste de zeeroute naar Indië. 

Slide 43 - Diapositive

In 1492 probeerde Columbus met Spaanse schepen via het westen Indië te bereiken. Hij kwam echter niet in Indië, maar in Amerika. 
Hij noemde de inheemse bevolking indianen.

Na Columbus gingen veel Spanjaarden en Portugezen naar Amerika in de hoop rijk en beroemd te worden.

Het liep slecht af met de indianen.

Slide 44 - Diapositive

Kolonies
De Europeanen stichtte in Amerika kolonies. 
De indianen moesten werken in mijnen en op plantages (grote landbouwbedrijven).

Slide 45 - Diapositive

De indianen konden het zware werk niet aan.

De Europeanen haalde toen slaven uit West-Afrika en vervoerde hen over de Atlantische oceaan naar Amerika, de trans-Atlantische slavenhandel.

De Afrikaanse slaven moesten suiker, cacao, tabak en later koffie en katoen verbouwen.

Slide 46 - Diapositive

Driehoekshandel:
De handel tussen 3 werelddelen waarbij van Afrika naar Amerika slaven werden vervoerd.

Slide 47 - Diapositive