bijeenkomst 5

• Bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 4

College 5

Vakleergang bewegingsonderwijs 

30-09-2022

Ochtendprogramma

08.30 - 09.00 vakkenles

09.00 - 09.15 didactische kijkwijzer 15 min. 

09.15 – 9.45 film kijken  

9.45 - 10.30 bewegen op muziek 

PAUZE 10.30 - 10.45  

10.45 - 11.05 Terugkoppeling materiaalkennis  

11.05 - 11.40 eigen vaardigheid over de kop 

11.40 - 12.00 poppetjes tekeningen 

12.00 - 12.10 socrative ochtend 

12.10 - 12.40 verdieping lummelspelen  

12.40 - 13.10 PAUZE 

Vakkenles

• Jaimy
• Groepjes van vorig week krijgen 5 min. de tijd les optimaliseren (denk hierbij aan de feedforeward van de vorige les, qua organisatie, banken slim neerzetten,  plek waar je uitlegt, waar ga je staan? etc)
  
• 1 groepje wordt gekozen
• 1 student geeft de les

observatieregistratieschema

Docent vult tijdens de groepjesles de tabel wat zie ik, wat vind ik ervan,wat doe ik in vai loopt’t , lukt’t, leeft’t,  

 Didactische kijkwijzer

observatie registratie schema

Wat zie je? 

Vind je ervan?

Wat doe ik? 

Leeft ‘t, lukt’t, loopt’t (zodat het leert)

Dit koppelen aan vragen van vorige week: wat zie je? Vind je ervan? Doe ik? 

BOM

Muziek aan en gaan

10 min.

eigenvaardigheid BOM

Filmopdracht

In drietallen wordt een film bekeken die niet uit hun groepje komt, je kijkt individueel (oortjes in)

10. Min  individueel feedback/feedforward noteren a.d.h.v 

observatie registratie schema 

met VLAP in hun achterhoofd

• Filmbeelden Sam
• Filmbeelden Jaimy
• Filmbeelden Silvan
• Filmbeelden Rick
• Filmbeelden Sanne

Filmopdracht

1. 5 min. De feedback/feedforward wordt onderling besproken.
2. 10. Min. De film wordt nog een keer aangezet en bekeken zodat ze kunnen zien wat de anderen hebben gezien.
3. 5 min.  Klassikaal, wat nemen we mee naar onze eigen situatie hiervan?

- toetsdoelen en certificeringseisen opdracht evalueren A en B bespreken.  

Schema

certificeringseisen en toetsdoelen, daar werken we wekelijks aan. Het is niet zo dat je de opdracht nu afrond, je werkt naar een toetsdoel toe, toetsdoelen (reader)

Bewegen Op Muziek (BOM)

• Kies in tweetal 4 vormen (klaar leggen in oplopende moeilijkheidsgraad)
  
• Muziek aan, 10 min. Oefenen.  
• Binnen 10 min. Klaar? Dan een andere vorm pakken 

Bewegen Op Muziek (BOM)

• 5 min. kies 3 bewegingen uit die je graag aan de anderen aanleert.
  
•  15 min. om de beurt aanleren aan elkaar (steeds 2 bewegingen, ivm dat er dezelfde zijn gekozen.
  

presentatie Silvan

Bewegen Op Muziek (BOM)

WEEK 5 Opdracht: reader Bewegen op muziek

• Individuele dracht, voldaan/onvoldaan, toetsdoelen 4 & 6
  
• Lees reader bewegen op muziek
  

Inleveren:

• Neem evt. vragen/opmerkingen mee naar het college. 

Studenten die het sportklastraject uit pabo-1, -2 en -3 goed hebben doorlopen krijgen na deze praktijkopdracht vrijstelling voor Deel B van opdracht schoolomgeving. 

Pauze

Cette vidéo n'est plus disponible

 Terugkoppeling materiaalkennis  

• Foto's materialen

• In viertallen opdracht bespreken, daarna antwoord geven op de volgende vraag (volgende sheet)

• Wat waren de meest opvallende zaken als het gaat om materiaal in de zaal/het gesprek met jullie mentor?

baskets, hoe ophangen

wandrekken

Wat waren de meest opvallende zaken als het gaat om materiaal in de zaal/het gesprek met jullie mentor?

Eigen vaardigheid: over de kop 

• Over de kop
  
• Koprollen
  
• Salto minitrampoline, vangen/hulpverlenen
  
• Rotatie, wat gebeurt er als ik me kleiner of groter maak (mechanica document Itslearning algemeen) 

LZP bepalen

Poppetjes tekenen van bewegen in 6 fragmenten + lich. Zwaartepunt plaatsen.

7 groepjes, tekenen op het whiteboard.

• Zwaaien aan de ringen (van dode punt achter tot aan dode punt voor)
  
• Starten van uit startblok(3 passen)
  
• Balanceren tweetal, polsen pakken, allebei naar achter hangen. 

LZP bepalen

WEEK 6, Opdracht: Tekeningen van bewegingen

• Maak van de volgende bewegingen een tekening:
  

1. handstand opgooien. (vanuit stand, tot handstand komen)
2. vanuit zit op een stoel gaan staan
3. diepspringen vanaf een kast met afzet van 1 been tot stand op een matje, landing op 2 voeten.

• Het tekenen van bewegingen heeft de volgende eisen per bewegings:
  
• de tekening bestaat uit minimaal 6 ‘draadpoppetjes’
  
• de draadpoppetjes zijn minimaal 5- en maximaal 10 cm lang (dit is alleen de romp met hoofd dus exclusief armen omhoog)
  
• het zijn altijd ‘zijaanzichten’
  
• bij elk poppetje teken je het lichaamszwaartepunt erbij
  
• de poppetjes worden getekend in de richting van de beweging
  
• er wordt altijd de vloer getekend
  

Inleveren:

• Drie foto’s van de getekende bewegingen in gradework 

Socrative ochtend

Verdieping lummelspelen, opbouwend teamspel

Principe: n.a.v. de reader balspel:

• Weerstand vd 1e orde. Balhantering/speelveld
• Weerstand vd 2e orde: in teamverband
• Weerstand vd 3e orde: weerstand van de tegenpartij

Tegenstanders:

• Geen
• Wel eentje maar niet op speelveld aanwezig
• Medespeler
• Gescheiden door een net
• Tegenstander dringt veld binnen
• Tegenstander hinderlijk aanwezig

4 categorieën

• 1e categorie: tegenstander niet aanwezig op speelveld (golf/snooker)
  
• Tegenstander blijft op eigen helft (badminton, volleybal)
  
• Tegenstander dringt veld in (slag/honkbal)

Overwinnen vd weerstand vd 1e orde:

• Balvaardig worden. Hoe doe je dat?
  
• Alleen, samen, samen/tegen, tegen 

Overtal:

• principe om de balbezitters succes te laten ervaren
  
• in ieder geval ‘+2’ bij de start van lummelen. 

Opbouwend teambal:

5x overspelen dan 1 ll weerstand. 5 tegen 1

Daarna na weer 5x overspelen een 2e tegenstander erbij

Wat te doen bij onderschepping?

Wat is een onderschepping? Alleen aangeraakt? Of daadwerkelijk balbezit overgenomen?

Onderschept = punt voor lummels (blokje om)

5x samengespeeld = punt voor balbezitters (blokje om)

3 blokjes om, functiewissel

Lummelen:

overtal.

Vrije afspeellijn

Niet over lummel heen gooien

In 3 groepen gewerkt

Bij onderscheppen blokje om. Bij 5 x overgooien blokje om 

 lummelspelen

• Eindvakbakbal

1. weerstand van de eerste orde? wat is dat? hoe diff?
2. weerstand van de tweede orde? wat is dat? hoe diff?
3. weerstand van de derde orde? wat is dat? hoe diff?

• geen, voorbeeld?
• Wel eentje maar niet op speelveld aanwezig, voorbeeld?
• 
  Medespeler, voorbeeld? 
• 
  Gescheiden door een net, voorbeeld? 
• 
  Tegenstander dringt veld binnen, voorbeeld? 
• 
  Tegenstander hinderlijk aanwezig, voorbeeld?

 lummelspelen

Opbouwend teambal

• principe om de balbezitters succes te laten ervaren, hoe?
• Wat te doen bij onderschepping? Wat is een onderschepping? Alleen aangeraakt? Of daadwerkelijk balbezit overgenomen? waarom welke keuze?

regels lummelen?

• overtal, Vrije afspeellijn, langs de lummel gooien. Hoe stimuleer je dit?

Verdieping lummelspelen, opbouwend teamspel

Principe: n.a.v. de reader balspel:

• Weerstand vd 1e orde. Balhantering/speelveld
• Weerstand vd 2e orde: in teamverband
• Weerstand vd 3e orde: weerstand van de tegenpartij

Tegenstanders:

• Geen
• Wel eentje maar niet op speelveld aanwezig
• Medespeler
• Gescheiden door een net
• Tegenstander dringt veld binnen
• Tegenstander hinderlijk aanwezig

4 categorieën

• 1e categorie: tegenstander niet aanwezig op speelveld (golf/snooker)
  
• Tegenstander blijft op eigen helft (badminton, volleybal)
  
• Tegenstander dringt veld in (slag/honkbal)

Overwinnen vd weerstand vd 1e orde:

• Balvaardig worden. Hoe doe je dat?
  
• Alleen, samen, samen/tegen, tegen 

Overtal:

• principe om de balbezitters succes te laten ervaren
  
• in ieder geval ‘+2’ bij de start van lummelen. 

Opbouwend teambal:

5x overspelen dan 1 ll weerstand. 5 tegen 1

Daarna na weer 5x overspelen een 2e tegenstander erbij

Wat te doen bij onderschepping?

Wat is een onderschepping? Alleen aangeraakt? Of daadwerkelijk balbezit overgenomen?

Onderschept = punt voor lummels (blokje om)

5x samengespeeld = punt voor balbezitters (blokje om)

3 blokjes om, functiewissel

Lummelen:

overtal.

Vrije afspeellijn

Niet over lummel heen gooien

In 3 groepen gewerkt

Bij onderscheppen blokje om. Bij 5 x overgooien blokje om 

Pauze

Cette vidéo n'est plus disponible

Middagprogramma

13.10 - 13.55 Praktijktoets

13.55 - 14.05 Tikspelen 

14.05 - 14.50 Modaliteiten 

14.50 - 15.00 socrative middag

15.00 - 15.15 PAUZE 

15.15 - 16.15 Buitenles

16.15 - 16.30 afsluiting, blik naar volgende week, en eind blok 1 

Praktijktoets

• Groepsopdracht, voldaan/onvoldaan, toetsdoel 2a en 2b uit vindplaats opleiding en zelfstudie
• In het basisdocument staat een overzicht van de leerlijnen, bewegingsthema’s en de bijbehorende bewegingsproblemen.

Opdracht:  

• je krijgt als groep van de docent twee leerlijnen, bewegingsthema’s en bijbehorende bewegingsproblemen toegewezen.
  
• maak voor elke leeftijdscategorie (3/4, 5/6 en 7/8) twee arrangementen (die nog niet in college zijn behandeld) per toegewezen leerlijn
  
• Beschrijf de doelenl erbij
  
• maak één kaartje (+- half A4 Word) voor elke leerlijn.
  
• Elke groep heeft aan het einde dus 2 documenten (1,5 A4 per document), geef het document de juisten naam (leerlijn/bewegingsthema)

Elk document bestaat uit:

1/2 A4 voor 3/4

1/2 A4 voor 5/6

1/2 A4 voor 7/8

Leerlijn/bewegingsthema:

1. Balanceren/balanceren
2. Springen/touwtje springen
   
3. Tikspelen/tikspelen
   
4. Mikken/mikken
   
5. Jongleren/soleren
   
6. Springen/vrije sprongen
   
7. Klimmen/klimmen
   
8. Stoeispelen/ stoeispelen
   
9. Zwaaien/ schommelen
   
10. Balanceren/ rijden
    
11. Springen/ loopspringen
    
12. Doelspelen/ lummelspelen
    
13. Bewegen op muziek/ n.a.v. tempo muziek  

kahoot

Tikspelen

2 studenten doen een tikspel, zandloper aan, 5 minuten, max 1 min uitleg, dan start het spel. 

Rick

Sam

Vlap, pad, cccc/ wat zie je? Wat vind ik ervan? Wat doe ik eraan? 

Vier Game-elementen

(de Groot e.a., 2020)

In welk element herken je jezelf?

Benoem het element en geef een voorbeeld:

Connectie: ik word blij van bijv. poldersurvival met een groep vrienden, samen obstakels overwinnen zonder winst en verlies.

In welk element herken je jezelf?
Benoem het element en geef een voorbeeld.

Vier modaliteiten (van 't Hooft & Felinger, 2013)

• Sparren: zelf gestelde uitdaging aangaan. 
  
• Leren: het gevoel een vaardigheid/truc onder de knie krijgen. 
  
• Ontmoeten: tegenkomen van het andere (materiaal), de andere of jezelf. 
  
• Vieren : ontspannen en moeiteloos bewegen. 
  

Beschrijf een situatie waarin een kind (denk aan eigen stage ervaring), via sparren/leren/ontmoeten/vieren deelneemt. Beschrijf de modaliteit en daarna situatiebeschrijving:

Sparren: zelf gestelde uitdaging aangaan. VB: met een strakke blik loopt Corne (groep 6) naar de achterkant van het wandrek. Hij pakt de sporten vast en klimt naar boven. Boven aangekomen gaat hij door het wandrek heen en klimt via de voorkant weer naar beneden. Het kost moeite maar Corne geeft niet op. Hij glundert van oor tot oor als hij uiteindelijk via de voorkant naar beneden klimt. 

Leren: het gevoel een vaardigheid/truc onder de knie krijgen. Kind dat je verwachtgingsvol aankijkt voor een aanwijzing nadat hij het eerst zelf heeft geprobeerd. 

Ontmoeten: tegenkomen van het andere, de andere of jezelf. VB samen balanceren over bank , blijft mislukken, maar blijven proberen. Kind dat zelf trucje mag verzinen met hoepel en blijft proberen om het 4 keer rond te laten draaien. 

Vieren : ontspannen en moeiteloos bewegen. Denk aan trampolinespringen (kan je blijven doen) 

Vertaling naar onderwijssetting

Door motivatie laat de leerling een deelnemende of vermijdende respons zien op een aangeboden uitdaging. Betekenisverlening (wat haal ik uit een activiteit) gaan aan de motivatie vooraf.

Onder welke toren valt dit? (Loopt't? Lukt't, Leeft't) --> vb E. basketbal

Simpel gezegd: binnen de verschillende bewegingsactiviteiten en arrangementen betekent dit dat er voor elk kind steeds iets te halen en te beleven moet zijn.

Beschrijf een situatie waarin een kind (denk aan eigen stage ervaring), via sparren/leren/ontmoeten/vieren deelneemt. Beschrijf de modaliteit en daarna situatiebeschrijving

Kenmerken leerkracht per modaliteit

- Sparren: een kind dat het bewegen sparrend beleeft en ervaart, heeft behoefte aan een aanmoedigende, stimulerende, prikkelende en enthousiasmerende leerkracht nodig. 
- Leren: een kind dat het bewegen lerend beleeft en ervaart, vraag om een structurerende en leidende leerkracht. 
- Ontmoeten: een kind dat het bewegen ontmoetend beleeft en ervaart, heeft behoefte aan een uitnodigende, vragende en uitlokkende leerkracht. 
- Vieren: een kind dat het bewegen vierend beleeft en ervaart, vraagt om een rustgevende, uitnodigende en volgende leerkracht 

Samenvattend

Sparren: het leren kennen van je kunnen

Leren: het leren kunnen

Ontmoeten: het leren kennen

Vieren: het kunnen

Zelf aan de slag

In een viertal verzin je 4 verschillende onderdelen, waarbij je:

- de verschillende modaliteiten laat terugkomen

- rekening houdt met dat de organisatie moet staan (dit mag met z'n vieren worden klaargezet en je mag hulp inschakelen van mede-studenten)

Viertal geeft de les:

- de les start tijdens de uitleg

- vanaf de uitleg probeer je ook rekening te houden met de kenmerken van een leerkracht waar de verschillende kinderen behoefte aan hebben. Je mag per student een 'kenmerk' zijn, dus je geeft de les echt met zn viertjes.

Opdracht studenten die de les volgen:

- probeer te herkennen hoe ze de verschillende modaliteiten proberen te behandelen.

Uitleg Groepjesles Deel B

WEEK 6 Opdracht: ‘Groepjesles Deel B’

Individueel, voldaan/onvoldaan

• Verbeter je ‘groepjesles’ die je hebt ingeleverd in week 3 (lesopdracht 'groepjesles deel A’).
  
• Lvf's worden verdeeld in het college. Je krijgt 10 min. de tijd om voor te bereiden daarna wordt de les geven (in week 6, 7)

Inleveren:

• Document ‘Groepjesles Deel B’ inleveren op gradework
  
• Verbeterde lesvoorbereidingsformulier geprint meenemen naar de les week 6. 

LET OP: zorg voor een verbeterslag. Kijk naar de toetsdoelen in de reader, deze moet je bijna kunnen behalen. Vooral bij de lesdoelen moeten een aantal nog grote stappen zetten.

Socrative middag

Pauze

Cette vidéo n'est plus disponible

Socrative middag

Buitenles

Buitenles

Opdracht volgende week

Opdrachten

• (WEEK 5 Opdracht: lezen reader Bewegen op muziek en/of lummelspelen, als je dit nog niet had gedaan)
• WEEK 6 Opdracht: Tekeningen van bewegingen 
  
• WEEK 6 Opdracht: ‘Groepjesles Deel B’ , denk eraan er moet binnen 10 min worden lesgegeven
• OP ITS: praktijktoets afmaken en inleveren

Let op, voor sommige opdrachten wordt sterk aangeraden alvast mee aan de slag te gaan:

• WEEK 6, 7 of 8 Opdracht visievorming: lesbezoek medestudent
  
• WEEK 8 Eindopdracht: Toetsfilm
  
• UITERLIJK WEEK 8 Eindopdracht schoolomgeving Deel B (alleen niet sportklassers)
  
• Stagemap (en opdrachten) 

OMBOUWEN!!!