H5 woordsoorten (aanw.vnw/vr.vnw/onbep.vnw)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Gefeliciteerd

Anouk!

Formatief SO 

Grammatica woordsoorten H1 t/m H4.

Ga naar Classroom

Klik op de link in de nieuwe update

Maak de Google Forms (15 min de tijd)

Klaar? --> Ga lezen in je leesboek

Grammatica woordsoorten H5

Aanwijzend voornaamwoord

Vragend voornaamwoord

onbepaald voornaamwoord

Wat gaan we doen vandaag?

WAT = .....

1. Vragend voornaamwoord
2. Aanwijzend voornaamwoord
3. Onbepaald voornaamwoord

Die rode bal daar is van Lisa.

DIE = ....

1. Vragend voornaamwoord
2. Aanwijzend voornaamwoord
3. Onbepaald voornaamwoord

Niets is wat het lijkt.

NIETS = ......

1. Vragend voornaamwoord
2. Aanwijzend voornaamwoord
3. Onbepaald voornaamwoord

Grammatica woordsoorten H5

Aanwijzend voornaamwoord

Vragend voornaamwoord

onbepaald voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

- Wijst iets aan of verwijst naar iets.

- Het kan voor het zelfstandig naamwoord staan:

Die rode bal.....

!!Let op!! Woorden die een plaats of richting aangeven zijn GEEN aanw.vnw.!

Zoals: daar, daarheen, daarover en daarlangs.

Vragend voornaamwoord

- Staat meestal aan het begin van een vraagzin:

Wat gaan we doen vandaag?

Naar welke film ben je gister geweest?

- Of aan het begin van een zin die gemaakt is

van een vraag:

Piet vroeg met wat voor een pen hij mocht schrijven.

Onbepaald voornaamwoord

- Er wordt een zaak of persoon aangeduid, maar het is onduidelijk wie of wat dat is:

Iemand wilde jou iets vragen.

(Zie bladzijde 158)

LET OP!

Onbepaald voornaamwoord (uitzonderingen)

- 'Wat' is onbepaald als er 'iets' wordt bedoeld

Heb je nog wat (iets) gedaan gister? --> onbep. vnw

Wat heb je gister gedaan? --> vr. vnw

LET OP!

Onbepaald voornaamwoord (uitzonderingen)

- 'Het' is onbepaald als het niet naar iets verwijst, maar het om tijd, sfeer of weersomstandigheden gaat.

Het is nu vijf uur. --> Onbep.vnw

Het sneeuwde gister. --> Onbep.vnw

Waar is mijn shirt? Ik heb het niet gezien. --> Pers.vnw

Huiswerk

Nakijken: Opdracht 6 van woordsoorten H4 (antwoorden op Drive).

Bestuderen: Theorie grammatica woordsoorten H5.

Maken: Opdracht 1, 2 en 4. 

Iedereen uit klas 1Ac.