Les 6 begeleidingsstijl en activeringsmethoden W5 en W8

• Sociaal werk
• MBO
• Studiejaar 1

Beroepsgericht Sociaal Werk

W5: Zorgt voor het opzetten, uitvoeren en coördineren van een activiteit

 

W8: Voert administratieve taken uit

Wat gaan we doen?

• Bespreken van programma & lesdoelen
  
• Theorie bespreken: begeleidingsmethode, begeleidingsstijl en activeringsmethode
• Opdracht
• Aan de slag in leerteams
• Afsluiten & vooruitblikken

Aan welke doelen werken we?

Aan het einde van de les:

• kan je benoemen wat het verschil is tussen begeleidingsmethodiek en begeleidingsstijl
• Kan hij/zij vanuit de BPV een koppeling maken naar zijn/haar begeleidingsstijl
• Kan je de "drie niveaus van begeleiding" uitleggen
• Kan je in eigen woorden uitleggen wat de besproken activeringsmethode inhoud

Wat denk jij dat een begeleidingsmethode is?

Wat denk jij dat een begeleidingsstijl is?

Begeleidingsmethode versus Begeleidingsstijl

1

Begeleidingsmethode

Systematische manier om van een beginsituatie naar een eindsituatie te werken

2

Begeleidingsstijl

De manier waarop je je gedraagt tijdens het begeleiden

Drie niveaus van begeleiden

• De persoon
• De situatie
• De begeleider

Als je gemakkelijk kan wisselen tussen de niveaus is je begeleiding effectief en veelzijdig

Helpende vragen "drie niveaus van begeleiden"

De persoon:

• Wie is de persoon?
• Wat zijn de mogelijkheden?
• Wat zijn de beperkingen?
• Wat wil de persoon bereiken?
• Waar ligt de behoefte?
• Wat heeft de persoon van mij nodig?

De situatie:

• Wat gebeurt er op dit moment?
• Wie zijn er betrokken?
• Welke rol spelen andere mensen in deze situatie?
• Welke invloed heeft de ruimte?
• Welke invloed hebben de regels?

De begeleider:

• Wie ben ik?
• Wat zijn mijn sterke en zwakker punten?
• Ben ik voldoende geïnformeerd?
• Welke kennis heb ik over het onderwerp?
• Wat is mijn stijl van begeleiden?
• Welke kwaliteiten heb ik in huis?

Welke van de "drie niveaus van begeleiden" spreekt jou het meest aan?

Begeleidingsstijlen

Een begeleidingsstijl is de manier waarop je je gedraagt tijdens het begeleiden van mensen. 

We onderscheiden er drie:

• Autoritair
• Democratisch (autoritatief)
• Laissez-faire (permissief)

Opdracht: 

• lees paragraaf 10.3 door
• schrijf op welke stijl het beste bij jou past en noteer ook de toelichting
• Schrijf op welke stijl helemaal niet bij jou past en noteer ook de toelichting

Opdracht (individueel)

We gaan inzoomen op de begeleidingsstijl van jouw stagebegeleider.

1. Haal de werkwijze van jouw stagebegeleider voor de geest. Denk hierbij aan: omgang, voorbereiding, communicatie, jou begeleiden enz.
2. Schrijf de begeleidingsstijl die jij het meest passend vind voor je stagebegeleider op
3. Beschrijf welke kenmerken van deze begeleidingsstijl sterk aanwezig zijn
4. Beschrijf hoe jij je voelt bij deze begeleiding en wat je graag anders zou willen.

Valkuilen bij begeleiding

• Overschatting van de cliënt
• Onderschatting van de cliënt
• Te veel gericht op de problemen
• Ongeduld of sneller willen dan de cliënt

Activerende en ondersteunende methodiek

S1 Ongemotiveerde en onbekwame cliënten hebben een begeleider nodig die veel aandacht heeft voor de taak door sturen en controle.

S2 Onbekwaam en wel gemotiveerde cliënten hebben van beide veel nodig en de nadruk ligt op tweezijdige communicatie.

S3 Bekwame en ongemotiveerde cliënten hebben minder sturing nodig op de taak en meer op het sociaal emotionele gedrag

S4 Bekwame en gemotiveerde cliënten kunnen zelfstandig aan het werk en begeleiding op een laag pitje

Niveaus binnen taakvolwassenheid

Taakvolwassen	Stijl	Wat te doen
S1	Instrueren	Instrueren en controleren
S2	Bijsturen	Instrueren en motiveren
S3	Overleggen (ondersteunen en confronteren)	Ondersteuning bij oplossen problemen, sparren over oplossing, motiveren
S4	Delegeren	Verantwoordelijkheid, taak en bevoegdheid overdragen

Afsluiten en vooruitblikken

• volgende lessen in leerteam aan eindopdracht werken

Les evaluatie