Havo2: het BN deel 2 +interro

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

des animaux
un serpent
un oiseaux
un chat
un cheval
une poule
un chien
un éléphant
une vache
un lapin

Slide 4 - Question de remorquage

omdat
anders
kiezen
gelukkig (maar)
nemen
slapen

parce que
sinon
prendre
choisir
heureusement
dormir

Slide 5 - Question de remorquage

des cabriolets ...
des voitures ...
une voiture ...
un cabriolet ...
vert
verte
verts
vertes

Slide 6 - Question de remorquage

Réponds: Tu as un animal?

Slide 7 - Question ouverte

Réponds: Il est sympa?

Slide 8 - Question ouverte

Corriger ex 16c

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Corriger ex 16c

Slide 11 - Diapositive

Corriger ex 16d

Slide 12 - Diapositive

Corriger ex 16d

Slide 13 - Diapositive

Corriger ex 16e

Slide 14 - Diapositive

Corriger ex 16e

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

         Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig!
 Daarbij gelden NIET de regels die je net hebt gezien.






Het gaat om de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
  • bon          (goed, lekker)
  • beau        (mooi)
  • nouveau (nieuw)
  • vieux        (oud)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Explication deel 3


De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Diapositive

PLAATS
Het is een grijze kat.             =  C'est un chat gris

Het is een schattig konijn.  =  C'est un lapin adorable.

                                      Wat valt je op?

Slide 21 - Diapositive

PLAATS
Het is een grijze kat.             =  C'est un chat gris

Het is een schattig konijn.  =  C'est un lapin adorable.

                                      Wat valt je op?
In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd VOOR het zelfstandig naamwoord.
In het Frans staat het er meestal juist ACHTER.

Slide 22 - Diapositive

Uitzonderingen
De volgende bijvoeglijk naamwoorden staan in het Frans altijd VOOR het zelfstandig naamwoord

bon                              nouveau
beau                           petit
grand                          vieux



Slide 23 - Diapositive

Welke zin klopt NIET?
A
Il a une table brune.
B
Elsa a un oncle espagnol.
C
J'ai une française copine.
D
Vous avez un vélo orange?

Slide 24 - Quiz

Welke zin is grammaticaal FOUT?
A
Des vieilles maisons
B
Les petites filles
C
Le livre beau
D
Le nouveau portable

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Lien

Slide 27 - Lien

Je comprends l'adjectif
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Slide 29 - Diapositive

Au travail!
Tu vas faire exercice 17b/17c/18a

combien de temps? 10 minutes
timer
10:00

Slide 30 - Diapositive