5.4-2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, g, vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

Opstarten les	05 min
Bespreken huiswerk	10 min
Zelfstandig lezen blz. 41 t/m 43	10 min
Aanvullende uitleg 5.4	05 min
Klassikaal oefenen	10 min
Afmaken paragraaf 5.4	20 min
Lesafsluiten	15 min

Planning tot aan toets:

Do 3-4:                       Paragraaf 5.3 deel 2

Vr 4-4:                        Paragraaf 5.4 deel 1

Do 10-4:                     Paragraaf 5.4 deel 2

Vr 11-4:                       Weerstanden

Do 17 + vr 18:            Vervalt i.v.m. studiedag + Goede vrijdag

2 weken:                    Meivakantie

Do 8-5:                       Herhalingsles

Vr 9-5:                         SO H5 Elektriciteit

Lesdoelen:

Aan het eind van de les kun je:

• Bepalen hoeveel elektrische energie wordt verbruikt
• De energiekosten berekenen
• Het vermogen berekenen

Taaldoelen:

- Wat is elektrisch vermogen?

- Wat is energiegebruik?

- Wat is een jaarafrekening?

- Wat is een energiemeter?

Wat(t) is vermogen?

Elektrisch vermogen (P) is de energie (J) die per seconde (s) wordt geleverd of gebruikt

De eenheid van elektrisch vermogen is Watt (W)

Watt (W) kun je ook uitdrukken als Joule per seconde (J/s)

vermogen

Vermogen

P = het vermogen in watt (W)

U = de spanning in volt (V)

I = de stroomsterkte in ampère (A)

P=U⋅I

Pak je huiswerk erbij + pen/potlood om na te kijken

(Paragraaf 5.4 

opdracht 

76 t/m 81 + 83 + 86)

Open je boek op blz. 41 

Lees zelfstandig de teksten: Energiegebruik en Energiekosten

Energieverbruik

Een rekening voor het gebruik van ‭3.942.000.000‬ J in een jaar?

Tijd voor een nieuwe eenheid: kWh

P × t = E

vermogen (kW) × tijd (h) = verbruik (kWh)

Er geldt: 1 kWh = 3 600 000 J.

energieverbruik

E=P.t

E is energieverbruik in joule (J)

P is vermogen in watt (W)

t is tijdsduur in seconde (s)

E is energieverbruik in kilowattuur kWh)
P is vermogen in kilowatt (kW)     

t is tijdsduur in uur (h)

P=​t​​E​​

t=​P​​E​​

Kilowattuur en Joule kun je omrekenen.

1kWh = 3.600.000 J.

Formules

Vermogen

Verbruik

P=U⋅I

E=P⋅t

Energiekosten berekenen

energiekosten = energiegebruik x prijs van 1 kWh

Denk aan een frikandelbroodje kopen

Prijs = Aantal broodjes x prijs van 1 broodje

x

=

€1,9

Een wasmachine heeft een vermogen van 2200 W. Één wasprogramma duurt 80 minuten. Je draait elke dag één was. De kWh-prijs is €0,25. Hoeveel kost een jaar wassen?

Aan de slag

• Wat? Maak paragraaf 5.4 helemaal af behalve de steropdrachten
• Hulp? Lees 5.4 nog een keer door + Gebruik Binas
• Tijd? 15 minuten
• Resultaat? Klassikaal bespreken of huiswerk

• Klaar? Maak de rest van 5.4 af
• Ook daarmee klaar? Haal een nakijkblad bij de docent

Geef de formules om het vermogen te berekenen en leg uit wat vermogen is

Geef de formules om het energiegebruik te berekenen en leg uit wat energiegebruik is

Geef de formules om de energiekosten te berekenen

Een elektromotor werkt op een spanning van 210 volt en een stroomsterkte van 2,5A. Wat is het vermogen van deze motor?

Een kachel heeft een vermogen van
4000 Watt en deze staat 2,5 uur aan.
Wat is het energieverbruik?

Een stofzuiger met een vermogen van 1200 W staat 30 minuten aan. Hierbij kost 1 kWh €0,23
Bereken de energiekosten.
(Energiekosten = energiegebruik X kWh-prijs)

Hoe goed kan jij nu rekenen met vermogen, energiegebruik en energiekosten?

😒🙁😐🙂😃