H5.2

Welkom
4 MAVO ||  2020-2021

Hoofdstuk 5 - Kan de overheid dat regelen?
Exameneenheid overheid en bestuur

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 MAVO ||  2020-2021

Hoofdstuk 5 - Kan de overheid dat regelen?
Exameneenheid overheid en bestuur

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je verklaren hoe de overheid aan geld komt
  • Kun je benoemen waar de overheid geld aan uitgeeft
  • Kun je benoemen welke inkomstenbronnen een gemeente heeft

Slide 3 - Diapositive

Waarom worden bedrijven geprivatiseerd?

Slide 4 - Question ouverte

Privatiseren
Privatiseren is het uitbesteden van taken van de overheid aan bedrijven uit de particuliere sector.
De overheid doet dit, omdat ze denkt dat particuliere bedrijven dit goedkoper of beter kunnen doen dan de overheid zelf.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Hoe komt een gemeente aan haar inkomsten?

Slide 7 - Question ouverte

Om de uitgaven te kunnen betalen, heeft een gemeente inkomsten nodig.
De gemeente krijgt haar inkomsten van:

  • het Rijk.
  • de gemeentelijke belastingen (bijvoorbeeld de ozb (onroerendezaakbelasting)).
  • burgers die betalen voor de afvalstoffenheffing, rioolrechten en leges.


Slide 8 - Diapositive

Het Rijk en haar inkomsten en uitgaven

De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht.

De miljoenennota is een toelichting op deze inkomsten en uitgaven.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Lien

Begrotingsoverschot
Als de inkomsten van de overheid meer zijn dan de uitgaven is er een begrotingsoverschot.



Slide 12 - Diapositive

Begrotingstekort
  • Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.

Slide 13 - Diapositive

Wat kan de overheid doen wanneer er een begrotingstekort is ontstaan?

Slide 14 - Question ouverte

Begrotingstekort
  • Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.
  • De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.

Slide 15 - Diapositive

Staatsschuld
  • De staatsschuld is de schuld van de overheid.
  • Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld of overheidsschuld ontstaan.

  • Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen.

  • De landen in Europa hebben afgesproken hun begrotingstekort en staatsschuld te verminderen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
Maken t/m opdracht 16
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 18 - Diapositive

Welkom
4 MAVO ||  2020-2021


Slide 19 - Diapositive

Wat kan de overheid doen wanneer er een begrotingstekort is ontstaan?

Slide 20 - Question ouverte

Begrotingstekort
  • Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.
  • De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.

Slide 21 - Diapositive

Grootste inkomstenbron overheid
  • De overheid ontvangt premies voor de sociale zekerheid en geld van niet-belastingontvangsten, zoals aardgasbaten, winst uit staatsbedrijven en boetes.
  • De belangrijkste inkomsten krijgt het rijk door belastingen.
  • 1.Directe belastingen
  • 2.Indirecte belastingen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Directe belastingen
Belastingen op inkomen, winst en vermogen zijn directe belastingen.
Je betaalt ze rechtstreeks aan de overheid.
Bijvoorbeeld inkomstenbelasting en loonbelasting.


Slide 24 - Diapositive

Indirecte belastingen
  • Kostprijsverhogende belastingen zijn indirecte belastingen.
  • Bijvoorbeeld accijns en btw. Die zijn verwerkt in de prijs die je als consument betaalt aan de leverancier. Die draagt deze belasting af aan de overheid.

  • Je noemt ze indirecte belastingen omdat je ze via de leverancier aan de overheid betaalt.


Slide 25 - Diapositive

Samengevat

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag
Maken H5.2
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 27 - Diapositive