§2.1 Naar een ander soort leven deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga op je plek zitten,

doe je telefoon in de telefoontas,

pak je Chromebook/boek alvast voor!

Log in op lessonup en volg de les.

Hoofdstuk 2: 

Naar een industriële samenleving

§2.1 Naar een ander soort leven deel 2

Lesplanning 

Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen: 

Uitleg van §2.1 'Naar een ander soort leven' deel 2

Maak van §2.1 'Naar een ander soort leven' vraag 6 t/m 9

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelen van deze les

1. Vertellen wat een Industriële samenleving is.
2. Benoem kenmerken van de woonomstandigheden tijds deze tijd.
3. Benoem een sociale kwestie.
4. Wat heeft Van Houten voor jullie betekend?

Wat veranderde er in de grondwet van 1848?

Willem II was conservatief. Conservatief betekent:

1. alles willen veranderen
2. zo min mogelijk willen veranderen

wat zijn liberalen

1. zij vonden dat iedereen gelijk was en dat de overheid meer moest doen voor de arbeiders
2. zij wilden dat de overheid zich zo minmogelijk bemoeiden met de samenleving
3. dit waren katholieken en protestanten

Parlement

Regering

Eerste kamer

Tweede kamer

Koning(in)

Minister president en ministers

Waar denk je aan als je dit plaatje ziet?

Waar denk je aan als je dit plaatje ziet ? 

Werkomstandigheden(1)

Werkomstandigheden tijdens de industriële samenleving:

• Lange werkdagen: 6 dagen en geen vrije dagen of  vakantie.

• Oorverdovend lawaai.

Werkomstandigheden(2)

• In de fabriekshallen was het donker en er was weinig frisse lucht 
• Gevaarlijk werk: weinig oog voor veiligheid.
• Ziek? Geen geld...
• Geen uitkering zoals tegenwoordig

Aan het werk

Wat: 

1. Lees paragraaf 2.1

2. maak opdracht 6

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak een samenvatting

 Woonomstandigheden(1)

Woonomstandigheden tijdens de industriële samenleving:

• Woningen waren donker en piepkleine, dicht op elkaar gebouwd.
• Slechte hygiëne: afval en uitwerpselen kwamen in beerputten terecht of in rivieren/ kanalen.
• Geen schoondrinkwater.
• Slecht en eenzijdig voedsel.

 Woonomstandigheden(2)

Door slechte hygiëne:

• Besmettelijke ziektes.
• Lage levensverwachting
• Gemiddelde leeftijd arbeider: 35 jaar, 50 jaar was al oud.
• Daardoor kinderen snel ouderloos.

De Sociale Kwestie

Een kwestie is een probleem

1. Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

2. Armoede probleem

Kinderwetje van Houten

(volgende les)

De sociale kwestie is:

1. Er is armoede, mensen hebben weinig geld
2. Armoede moet opgelost worden door geld geven
3. De slechte werk-woon omstandigheden van de arbeiders.
4. Meer dan de helft van de bevolking woont in de steden

Welke 2 dingen horen bij de Sociale Kwestie

1. Kinderarbeid
2. ouderen zaten vaak thuis
3. Gevaarlijke werkplekken
4. Kinderen konden niet lezen

Wanneer speelde de Sociale Kwestie?

1. 15e eeuw
2. 18e eeuw
3. 19e eeuw
4. na 1950

Aan het werk

Wat: 

BK : maak opdracht 6 t/m 9

KGT: maak opdracht 8 t/m 11 (online) 

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak een samenvatting

Aan het werk

Wat: lees en maak van §2.1 'Naar een ander soort leven' vraag 6 t/m 9

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak een samenvatting 

Tijd: timer

Lesdoelencheck

1. Vertellen wat een Industriële samenleving is.
2. Benoem kenmerken van de woonomstandigheden tijds deze tijd.
3. Benoem een sociale kwestie.
4. Wat heeft Van Houten voor jullie betekend?

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je geleerd deze les?