Les 2 H10 meten

Les 2 meten
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 2 meten

Slide 1 - Diapositive

Doelen:
1. Ik kan iets meten dat langer is dan een hele centimeter.
2. Ik begrijp dat er 10 mm in 1 cm passen.
3. Ik begrijp dat 1 mm = 0,1 cm

Slide 2 - Diapositive




8 centimeter en 5 milimeter is 8,5 centimeter.



2 centimeter en 1 milimeter is samen 2,1 centimeter.

Slide 3 - Diapositive

Hoe schrijf je 5 cm en 3 mm in milimeters?

Slide 4 - Carte mentale

Hoe schrijf je 15 cm en 8 mm in milimeters?

Slide 5 - Carte mentale

instructie 11 en 12.
Doel:
Ik kan iets dat langer is  dan 10 mm opschrijven in cm.

25 milimeter = 2,5 centimeter.
18 milimeter = 1,8 centimeter

Slide 6 - Diapositive

schrijf als kommagetal in cm.
34 mm
A
340 cm
B
0,34 cm
C
3,4 cm

Slide 7 - Quiz

Schrijf als kommagetal in cm.
98 mm
A
0,98 cm
B
9,8 cm
C
98 cm

Slide 8 - Quiz

Doelen:

  • Ik weet dat 100 centimeter = 1 meter.
  • Ik kan iets dat langer is dan 1 meter opschrijven. (bv. 1 meter en 15 cm)
  • Ik begrijp dat 1 centimeter = 0,01 meter.

Slide 9 - Diapositive

100 centimeter =  1 meter

Dat betekent dat 100 grote strepen op jouw liniaal net zoveel is als één grote stap.

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel centimeter is 3 meter?

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel meter is 400 centimeter?

Slide 12 - Question ouverte

Hoeveel meter is 320 centimeter?
A
32 meter
B
3,2 meter
C
3200 meter
D
Hou eens op met die vragen!

Slide 13 - Quiz

Theorie:
Iets dat 1 meter en 10 centimeter is kun je op twee manieren opschrijven:

1 m en 10 cm of
110 cm

Slide 14 - Diapositive

Schrijf in centimeter:
1 m en 15 cm.

Slide 15 - Carte mentale

Schrijf in centimeter:
12 m en 23 cm.
A
1,223 cm
B
122,3 cm
C
12, 23 cm
D
1223 cm

Slide 16 - Quiz

Schrijf als kommagetal in meter.
315 centimeter.

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf als kommagetal in meter.
118 centimeter.

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf als getal in meter en centimeter.

415 centimeter
A
4 m en 15 cm
B
40 cm en 15 cm
C
41 m en 50 cm
D
415 m

Slide 19 - Quiz

Schrijf als getal in meter en centimeter.

830 centimeter
A
80 m en 30 cm
B
0,83 m
C
8 m en 30 cm
D
8,30 cm

Slide 20 - Quiz

Wat voor cijfers geef jij jezelf?
010

Slide 21 - Sondage

Opdracht
Werkboek Hoofdstuk 10 af.

Klaar? Numo taken 'Meten'.

Slide 22 - Diapositive