Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Basis begrippen
de zelftest
Slide 1 - Diapositive
Wat is een bedrijfstak/branche
Slide 2 - Question ouverte
Waar staat de afkorting BMC voor?
A
Basis Model Concept
B
Business Model Canvas
C
Business Model Concept
D
Bedrijf Merk Creatie
Slide 3 - Quiz
BMC is een methode om
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een drijfveer?
Slide 5 - Question ouverte
Een elevator pitch is
A
Een praatje in de lift met iemand.
B
Presentatie van jezelf en je onderneming.
C
In 1 minuut vertel je wie je bent en wat jouw bedrijf voor de ander kan betekenen.
Slide 6 - Quiz
De gouden cirkel bevat 3 vragen, welke?
Slide 7 - Question ouverte
Waarover gaat het onderdeel kanalen in het business model canvas?
Slide 8 - Question ouverte
Waarover gaat het onderdeel kernactiviteiten uit het business model canvas?
A
De dingen die je het leukste vindt om te doen in je bedrijf.
B
De belangrijkste dingen die je doet om je bedrijf te laten werken.
C
Het hoofdproduct van je bedrijf.
Slide 9 - Quiz
Wat is een klantsegment?
Slide 10 - Question ouverte
Wat betekent personal branding?
Slide 11 - Question ouverte
Zoek op google een voorbeeld van personal branding
Je hebt 5 minuten
Slide 12 - Diapositive
timer
5:00
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Toegevoegde waarden zijn;
Slide 15 - Question ouverte
Storytelling gaat over;
Slide 16 - Question ouverte
Wat is waardepropositie
Slide 17 - Question ouverte
De waardepropositie beschrijft hoe jouw product of dienst het probleem van de klant oplost of hun leven beter maakt. Welke voordelen zal de klant ondervinden door bij jou te kopen in plaats van bij de concurrent? Welke nadelen heeft de klant niet als je bij jouw koopt?
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Jouw BMC
We gaan nu beginnen om jouw business model canvas in te vullen
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Ga naar de e-learning
Slide 23 - Diapositive
Je hebt je BMC ingevuld
Welk probleem zie jij nu in je onderneming/ of het opstarten daarvan?
Formuleer dat probleem in een vraag en schrijf dat op.