Les 4 Leesdossier 1 K

Welkom bij Nederlands!
timer
5:00
Jas aan de kapstok
Telefoon in de koffer.
Op tafel: 
Laptop inloggen in LessonUP!
- Lesboek - pen
Socialiseren
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
timer
5:00
Jas aan de kapstok
Telefoon in de koffer.
Op tafel: 
Laptop inloggen in LessonUP!
- Lesboek - pen
Socialiseren

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
  • samen lezen
  • Korte instructie
  • ZW
  • Evaluatie
 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
  • Ik kan onderscheid maken tussen feiten en meningen
  • Ik kan onderscheid maken tussen meningen en argumenten

Slide 3 - Diapositive

timer
5:00
Samen lezen

Slide 4 - Diapositive

Hoe begin je je zin wanneer jij jouw mening geeft?

Slide 5 - Question ouverte

Instructie
Deze les gaat over feiten, meningen en argumenten. 
Wie kan mij uitleggen wat een feit is? 

Slide 6 - Diapositive

Instructie

Slide 7 - Diapositive

Instructie

Slide 8 - Diapositive

Instructie
Wat is dan een argument?

  • Met een argument leg je uit waarom je een bepaalde mening hebt. Je gebruikt na het zeggen van je mening signaalwoorden zoals; want, immers, omdat en namelijk. 

Slide 9 - Diapositive

Instructie

Slide 10 - Diapositive

Instructie
DUS:
Een feit kun je controleren. Bijvoorbeeld:
– Bij handbal is het rechthoekige speelveld 40 meter lang en 20 meter breed.
Je kunt controleren of deze uitspraak waar of onwaar is door informatie over handbal op te zoeken.
Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Bijvoorbeeld:
Ik vind handbal een vermoeiende sport.
Een mening herken je vaak aan woorden zoals Ik vind …, Volgens ons …, Zij denkt dat ...
Met een argument legt iemand uit waarom hij een bepaalde mening heeft. Bijvoorbeeld:
Ik vind handbal een vermoeiende sport (mening),
want je moet bijna een uur lang springen en heen en weer rennen (argument).
Een argument herken je vaak aan signaalwoorden zoals omdat, want, namelijk en immers.

Slide 11 - Diapositive

Toepassen
  • Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken. 
Mening (Ook wel standpunt genoemd)
Want
  • Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid
Want
  • Roken kan zorgen voor kanker, hart- en vaatziektenen een slechte huid. 
Dus
Dus

Slide 12 - Diapositive

Toepassen
Nu jullie!

Geef een mening (standpunt) over fatbikes. 
Denk aan het schema

Slide 13 - Diapositive

Toepassen
Jullie maken de opdrachten in het boek die horen bij Hoofdstuk 3 Lezen - Ideeën. 
Basis: bladzijde 92 t/m 99
Kader: bladzijde 64 t/m 69
Alle opdrachten moeten af, niet af? Huiswerk voor morgen. 

Slide 14 - Diapositive

ZW

Slide 15 - Diapositive

* Schrijf een feitje op
* Schrijf een mening op met een
argument.

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive