week 39 - vergelijkingen en lijdend voorwerp W3C

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • corregir los deberes
  • comparaciones
  • Complemento directo
Martes el 27 de septiembre
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • corregir los deberes
  • comparaciones
  • Complemento directo
Martes el 27 de septiembre

Slide 1 - Diapositive

SIELE
  • Officieel erkend certificaat Spaans
  • Per vaardigheid
  • Hier op school in flextijd
  • Behaalde aantal punten bepaalt je niveau 

Slide 2 - Diapositive

Deberes - apunta en la agenda

WEEK 40: Dinsdag 4 oktober
SO TAREA 1.1 T/M 1.4

Slide 3 - Diapositive

Repaso

Slide 4 - Diapositive

Maak de volgende sleepvragen zonder in je woordenlijst te kijken!

Slide 5 - Diapositive

groot
hard
zacht
rechthoekig
klein
rond
vierkant
rectangular
grande
blando
redondo
pequeño
cuadrado
duro

Slide 6 - Question de remorquage

duro
redondo
cuadrado
blando
pequeño
rectangular
grande

Slide 7 - Question de remorquage

grande
duro
blando
rectangular
pequeño
redondo
cuadrado
zacht
vierkant
klein
rond
rechthoekig
hard
groot

Slide 8 - Question de remorquage

madera
papel
plástico
cristal
cuero
metal

Slide 9 - Question de remorquage

papel
metal
cristal
cuero
madera
plástico
papier
glas
leer
hout
plastic
metaal

Slide 10 - Question de remorquage

groot
hard
zacht
rechthoekig
klein
rond
vierkant

Slide 11 - Question de remorquage

hout
leer
metaal
plastic
papier
glas

Slide 12 - Question de remorquage

A corregir

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

A corregir
Kijk de andere huiswerkopdrachten zelf na met behulp van de dia's uit deze les. Daarna ga je aan de slag met de opdrachten uit je LA. 

Slide 15 - Diapositive

uitwerking módulo 1.5
módulo pág. 16
A.
1. más...que
2. tanto como
3. menos que
4. tan...como
5. más

B. 
1. tantos...como
2. menos...que
3. tanto...como
4. tan...como
5. tantos...como
6. menos...que




Slide 16 - Diapositive

Vamos a corregir
maken: Módulo pág. 16 ej. A y B
maken: LE: ej. 1.3, 1.4, 1.6, 1.15, 1.16
Leren woordjes 1.1 en 1.2

Slide 17 - Diapositive

A trabajar
  • Haz de tu libro de alumno: pág. 16, ej. 1 en 2
      pág. 18 ej. 1

Slide 18 - Diapositive

Uitwerking LA: pág. 16
ej. 1
a. son, sirven para/se usa para
b. son, sirven para/se usa para
c. es, sirve para/se usa para
d. es, es de, sirve para/se usa para
ej. 2
1. sirven
2. para
3. es
4. se usa
5. redondo
6. sirve para

Slide 19 - Diapositive

Uitwerking LA: pág. 18
ej. 1
a. ese
b. aquello
c. esta
d. esos
e. estos
f. este

Slide 20 - Diapositive

Haz comparaciones
1.


2.


3.


4.


5.


6.
€19,95

€19,95

Slide 21 - Diapositive

El objeto directo
Wat is een lijdend voorwerp?



ej. Compro un libro para Juan.
het antwoord op de vraag wie of wat + persoonsvorm
el libro = het lijdend voorwerp

Slide 22 - Diapositive

Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord.
Net als in het Nederlands kan je het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 
Ik koop een boek voor Juan. - Ik koop het voor Juan. 
Compro un libro para Juan.  - Lo compro para Juan.

Slide 23 - Diapositive

Los pronombres de objeto directo
                      mannelijk          vrouwelijk
enkelv.               lo                           la
meerv.               los                         las

Slide 24 - Diapositive

Plaats van de persoonlijke voornaamwoorden. 
- De persoonlijke voornaamwoorden staan voor de persoonsvorm
vb:  Uso todos los días el ordenador. - Lo uso todos los días. 
- Als er een infinitief in de zin staat kan het persoonlijk voornaamwoord voor de persoonsvorm komen te staan.
vb: Voy a comprar un libro. -  Lo voy a comprar.
of achter de infinitief. Let op: het moet er dan aan vast geschreven worden!!!
vb: Voy a comprar un libro. - Voy a comprarlo.

Slide 25 - Diapositive

A trabajar
maken: LA pág. 19 ej. 3 en 4
LE: ej. 1.7, 1.8, 1.9

Slide 26 - Diapositive