NT4 Les 4

PABO Oefentoets
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

PABO Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Aan een balans hangt links een gewicht van 2 kilo.

Op welke plaats moet het gewicht van 4 kg hangen om de balans in evenwicht te krijgen?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C
D
Plaats D

Slide 2 - Quiz

Als je de garage uitgaat, moet je eerst een helling op fietsen. Er zijn twee routes
uitgetekend om de helling op te fietsen: via een slingerpad of via een recht pad.
Via welke route heb je de minste hoeveelheid kracht nodig?
A
via het rechte pad
B
via het slingerpad
C
beide routes kosten evenveel kracht

Slide 3 - Quiz

Een voorwerp beweegt zich in de ruimte. De resulterende kracht op dat voorwerp
is nul.

Deze situatie kan goed weergegeven worden met een tijd-snelheid grafiek (rood)
en een tijd-afstand grafiek (blauw).
Welke twee grafieken passen bij deze situatie?
A
grafiek 1 en grafiek Y
B
grafiek 1 en grafiek Z
C
grafiek 2 en grafiek Y
D
grafiek 2 en grafiek Z

Slide 4 - Quiz

Een massief blokje zweeft in een bak water met opgelost zout. Het water heeft
een constante temperatuur.
Door verdamping gaat langzamerhand het waterniveau omlaag.
Gebeurt er iets met het blokje?
A
Ja, het gaat drijven.
B
Ja, het gaat zinken.
C
Nee, het blijft zweven.

Slide 5 - Quiz


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

Een voorwerp zinkt in het water.

Wat gebeurt er met het voorwerp in een bak met olie en water?
A
drijven
B
zinken
C
zweven
D
dat kun je niet voorspellen

Slide 7 - Quiz

Joop gooit een bal in de lucht. Na het loslaten stijgt de bal een tijdje, komt dan
tot stilstand en daalt vervolgens tot hij op de grond komt.

Heeft de zwaartekracht invloed op de snelheid van de bal?
A
Ja, maar alleen tijdens het stijgen.
B
Ja, maar alleen tijdens het dalen.
C
Ja, tijdens het stijgen en tijdens het dalen.
D
Nee

Slide 8 - Quiz

Op het strand komt een gewone rolstoel vaak vast te zitten. Dat wordt hier
tegengegaan door een rolstoel met brede wielen te gebruiken.
Waardoor komt een rolstoel met brede wielen minder snel vast te zitten
op het strand?
Door de brede wielen …
A
wordt de druk op de grond lager.
B
wordt de opwaartse kracht minder.
C
wordt de wrijvingskracht minder.
D
wordt het gewicht lager.

Slide 9 - Quiz

De blokjes en de bolletjes worden in het water gelegd.
Eén blokje en één bolletje zinken; de andere twee voorwerpen blijven drijven.

Op welk plaatje staan de twee voorwerpen die gezonken zijn?
A
Op plaatje A
B
Op plaatje B
C
Op plaatje C
D
Op plaatje D

Slide 10 - Quiz


A

Slide 11 - Quiz


A

Slide 12 - Quiz


A

Slide 13 - Quiz


A

Slide 14 - Quiz


A

Slide 15 - Quiz


A

Slide 16 - Quiz


A

Slide 17 - Quiz


A

Slide 18 - Quiz


A

Slide 19 - Quiz