Spelling (leestekens)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

SO Taalverzorging

Spelling H1: leestekens

Spelling H2: leenwoorden

ww-spelling: pvvt, pvtt, vd, inf, od, bn + Engelse werkwoorden

Leestekens, waarom?

Het is belangrijk om leestekens te gebruiken, omdat je tekst dan goed leesbaar is. Het zorgt voor een beter tekstbegrip.

Daarnaast wil je ook dit voorkomen.

Leestekens

. ! ?

, ; :

Maak een zin waarin je de komma goed toepast.

Komma

- Tussen twee persoonsvormen.

- Voor een voegwoord (maar, omdat, nadat, terwijl, dus).

- Tussen delen van een opsomming.

- Voor een deel van een zin dat geen zelfstandige zin is.

We hebben hard gewerkt aan het verslag, dat nog niet helemaal af was. 

--> We hebben hard gewerkt aan het verslag. Het verslag was nog niet helemaal af. 

Waarom is de komma juist gebruikt in deze zin?

'Als je de stof goed begrijpt, zal het zeker lukken.'

Puntkomma

Je gebruikt een puntkomma als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen. 

Neïm wil later docent worden; haar nicht werkt ook in het onderwijs. 

(Je kan er ook twee losse zinnen van maken)

Neïm wil later docent worden. Haar nicht werkt ook in het onderwijs. 

Dubbele punt

Je gebruikt een dubbele punt als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, waarbij de tweede zin een verklaring of uitleg is (bij de eerste zin). 

Mijn Valentijnsdag was erg romantisch: mijn vriend had bloemen gekocht. 

In plaats van de dubbele punt kun je er de verbindingswoorden 'want' of 'omdat' bij denken. (Met een komma!)

Waarom?

'Dubbele punt en puntkomma, die gebruik ik toch nooit.'

- Het is belangrijk om de functies van leestekens te begrijpen voor een beter tekstbegrip. 

De concert kaartjes waren erg populair: er stonden lange rijen voor de kassa.

Het leesteken is correct gebruikt.

1. Waar
2. Niet waar

Morgenochtend om 8 uur heeft Alex rijexamen(?) hij moet dus vroeg op staan.

1. :
2. ;
3. ,
4. .

Neïm is aan het einde van haar studie Nederlands, ze hoopt volgend jaar af te studeren.

Het leesteken is correct gebruikt.

1. Waar
2. Niet waar

Welk leesteken had er wel moeten staan?
'Neïm is aan het einde van haar studie Nederlands(?) ze hoopt volgend jaar af te studeren.'

Aan de slag!

Wat? ->Maken: opdracht 2 en 3 van Spelling H1, blz. 35

Tijd? -> 20 minuten.

Samenwerken? -> 10 minuten zelfstandig in stilte, daarna samenwerken op fluistertoon