KGT2 - Herhalingsles hoofdstuk 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herhalingsles

1.3 Lezen

1.5 Woorden

1.8 Spelling

Welke vraag stel je om het onderwerp van de tekst te weten te komen?

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband: tijdsvolgorde?

1. Maar
2. Tijdens
3. Toen
4. Straks

Wat is een synoniem van het woord: 'voorlopig'?

Als je een antwoord op een vraag in de tekst terug moet zoeken.
Dan lees je niet:

1. Zoekend
2. Nauwkeurig
3. Verkennend
4. Kritisch

Wat verklapt al waar de tekst over gaat?

1. De bron
2. De schrijver
3. Schuingedrukte woorden
4. De titel

Welk woord bevat geen voorvoegsel?

1. Interesse
2. Onbekend
3. Uitgang
4. Supergroot

Wat betekent het woord: flexibel?

1. Flexen
2. Dat je je makkelijk aan kunt passen
3. Dat je je soepel kunt bewegen
4. Jezelf losmaken

Maak een zin met het woord 'massaal'.

Welk woord hoort er niet bij?

1. Opbiechten
2. Toegeven
3. Vertellen
4. Universeel

Wat zijn voorbeelden van voorvoegsels?

1. Her- loos- on-
2. Ge- in- on-
3. Her- in- on-
4. Her- in- en-

Jij vind die auto mooi.
Goed of fout gespeld?

1. Goed
2. Fout

Word jij morgen al 15 jaar?
Goed of fout gespeld?

1. Goed
2. Fout

Ik onthoud de antwoorden meteen.
Goed of fout gespeld?

1. Goed
2. Fout

Zijn de aanhalingstekens goed gebruikt?
Hij vroeg aan zijn moeder: 'mag ik deze opeten'?

1. Ja
2. Nee

Zijn de aanhalingstekens goed gebruikt?
Ik naar mijn broer: 'pak hem snel!'

1. Ja
2. Nee

Welk woord is verkeerd gespeld?

1. Sjoelen
2. Parasjute
3. Machinaal
4. Chatten