Van welke drie factoren hangen jouw eetgewoonten af?
1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Van welke drie factoren hangen jouw eetgewoonten af?
Slide 1 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?
Slide 2 - Question ouverte
Noem de zes voedingsstoffen.
Slide 3 - Question ouverte
Welke drie groepen voedingsstoffen zijn er? En welke voedingsstoffen horen bij welke?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is geen voedingsstof, maar wel een belangrijke stof voor de vertering en waarom?
Slide 5 - Question ouverte
Een koolhydraat is een voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Welke voedingsstof hoort bij de energierijke voedingsstoffen?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Vitaminen
Slide 7 - Quiz
Uit vitaminen haal je energie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Wanneer eet je gezond?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe kan je een voedselinfectie krijgen?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe vermeerderen bacteriën en schimmels?
Slide 11 - Question ouverte
In een glas melk komen vier bacteriën terecht. Ze delen zich elke 20 minuten. Hoeveel bacteriën zijn er na één uur?
A
32
B
36
C
16
D
40
Slide 12 - Quiz
Hoeveel energie jij nodig hebt, hangt af van de volgende drie dingen:
Slide 13 - Question ouverte
Welke twee eenheden voor energie zijn er en hoe kan je ze in elkaar omrekenen?
Slide 14 - Question ouverte
In welk voedingsmiddel zit de meeste energie?
A
bruin brood
B
halfvolle melk
C
kaas 48+
D
kipfilet
Slide 15 - Quiz
Bekijk de voedingsmiddelentabel. Hoeveel kcal bevat 200 gram bloemkool? Noteer je berekening. Bedenk hoeveel kcal 1 kJ is.
Slide 16 - Question ouverte
Nadia is in de groei. Daarom moet ze voedingsmiddelen met veel eiwitten eten. Bekijk de tabel. Welke voedingsmiddelen kan Nadia het beste eten?
Slide 17 - Question ouverte
Een meisje van Nadia’s leeftijd heeft per dag 40 gram eiwit nodig. Nadia eet op een dag: 200 g aardappelen, 6 plakjes bruinbrood (1 plakje is 25 g), een ei van 50 g en 50 g kaas. Hoeveel eiwit krijgt Nada hiermee binnen? Schrijf je berekening op.
Slide 18 - Question ouverte
Een meisje van Nadia’s leeftijd heeft per dag 40 gram eiwit nodig. Nadia eet op een dag: 200 g aardappelen, 6 plakjes bruinbrood (1 plakje is 25 g), een ei van 50 g en 50 g kaas.
Krijg Nadia met de voeding genoeg eiwit binnen of moet Nadia anders gaan eten? Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Question ouverte
Rick maakt liever een smoothie van fruit en vruchtensap dan dat hij hele vruchten eet. Welke stof in fruit krijgt hij hierdoor minder binnen?
Slide 20 - Question ouverte
Na een intensieve voetbalwedstrijd is het belangrijk dat een sporter goed eet. Welke andere voedingsstof is, naast energierijke stoffen, dan ook noodzakelijk? Leg je antwoord uit.