MWU 7.1 en 7.2

Van welke drie factoren hangen jouw eetgewoonten af?

1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Van welke drie factoren hangen jouw eetgewoonten af?

Slide 1 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?

Slide 2 - Question ouverte

Noem de zes voedingsstoffen.

Slide 3 - Question ouverte

Welke drie groepen voedingsstoffen zijn er? En welke voedingsstoffen horen bij welke?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is geen voedingsstof, maar wel een belangrijke stof voor de vertering en waarom?

Slide 5 - Question ouverte

Een koolhydraat is een voedingsmiddel.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Welke voedingsstof hoort bij de energierijke voedingsstoffen?

A
Eiwitten
B
Vetten
C
Vitaminen

Slide 7 - Quiz

Uit vitaminen haal je energie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wanneer eet je gezond?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe kan je een voedselinfectie krijgen?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe vermeerderen bacteriën en schimmels?

Slide 11 - Question ouverte

In een glas melk komen vier bacteriën terecht. Ze delen zich elke 20 minuten. Hoeveel bacteriën zijn er na één uur?
A
32
B
36
C
16
D
40

Slide 12 - Quiz

Hoeveel energie jij nodig hebt, hangt af van de volgende drie dingen:

Slide 13 - Question ouverte

Welke twee eenheden voor energie zijn er en hoe kan je ze in elkaar omrekenen?

Slide 14 - Question ouverte

In welk voedingsmiddel zit de meeste energie?


A
bruin brood
B
halfvolle melk
C
kaas 48+
D
kipfilet

Slide 15 - Quiz

Bekijk de voedingsmiddelentabel.
Hoeveel kcal bevat 200 gram bloemkool? Noteer je berekening. Bedenk hoeveel kcal 1 kJ is.

Slide 16 - Question ouverte

Nadia is in de groei. Daarom moet ze voedingsmiddelen met veel eiwitten
eten. Bekijk de tabel. Welke voedingsmiddelen kan Nadia het beste eten?

Slide 17 - Question ouverte

Een meisje van Nadia’s leeftijd heeft per dag 40 gram eiwit nodig.
Nadia eet op een dag: 200 g aardappelen, 6 plakjes bruinbrood (1 plakje is 25 g), een ei van 50 g en 50 g kaas.
Hoeveel eiwit krijgt Nada hiermee binnen? Schrijf je berekening op.

Slide 18 - Question ouverte

Een meisje van Nadia’s leeftijd heeft per dag 40 gram eiwit nodig.
Nadia eet op een dag: 200 g aardappelen, 6 plakjes bruinbrood (1 plakje is 25 g), een ei van 50 g en 50 g kaas.

Krijg Nadia met de voeding genoeg eiwit binnen of moet Nadia anders gaan eten? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Question ouverte

Rick maakt liever een smoothie van fruit en vruchtensap dan dat hij hele vruchten eet.
Welke stof in fruit krijgt hij hierdoor minder binnen?

Slide 20 - Question ouverte

Na een intensieve voetbalwedstrijd is het belangrijk dat een sporter goed eet. Welke andere voedingsstof is, naast energierijke stoffen, dan ook noodzakelijk? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Question ouverte

Hoe ontstaat tandbederf of cariës?

Slide 22 - Question ouverte

Welk mineraal (in tandpasta) beschermt de tanden?

Slide 23 - Question ouverte