bs 1.1 Levend – dood – levenloos

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij biologie!

kennismaken

mevrouw Huijser-Engbers

[e-mail]

nog mee te delen

kluissleutels

inschrijven vaklessen

studieles om de week

wat neem je mee?

• Boek (1a)
• laptop (opgeladen!)
• schrift
• pen
• potlood
• kleurpotloden

Wat betekent biologie?

Bio  logie?

Bios = leven / logos = leer of wetenschap

 De leer van het leven

Leerdoel van deze les

Aan het einde van deze les kun je:

• uitleggen wat een organisme is
• de zeven levenskenmerken noemen
• kun je onderscheiden wat levend, dood en levenloos is
  

thema 1 planten en dieren

organismen

een organisme is een levend wezen.

4 groepen

levend

Iets is levend als het levensverschijnselen heeft.

Er zijn 7 dingen waaraan je kunt zien dat iets leeft.

Welke zouden dat zijn?

groeien

voeden

bewegen

ademhalen

waarnemen

voortplanten

uitscheiden

levenloos

Iets wat nooit heeft geleefd

dood 

Een organisme dat geen levensverschijnselen meer heeft.

1. DOOD
2. LEVEND
3. LEVENLOOS

1. DOOD
2. LEVEND
3. LEVENLOOS

1. DOOD
2. LEVEND
3. LEVENLOOS

1. dood
2. levend
3. levenloos

1. DOOD
2. LEVEND
3. LEVENLOOS

1. levend
2. dood
3. levenloos

1. levend
2. dood
3. levenloos

1. levend
2. dood
3. levenloos

groeien

voeden

uitscheiden

ademen

voortplanten

waarnemen

bewegen

Levensverschijnsel

Slapen

Spelen

Uitscheiden

Bewegen

Ademhalen

Voeden

Voortplanten

Praten

Sporten

Denken

Groeien

Waarnemen

online werken

• ga in Som naar leermiddelen
• kies biologie
• voer de klascode in (krijg je van de docent 

Huiswerk = altijd

• maak de opdrachten
• leg thuis aan tafel uit waar de les over ging
• leer de basisstof (flitskaarten)
• maak 'test je zelf'

noteer in je plenda

1. maak de opdrachten bs 1.1
2. leer de basisstof bs 1.1
3. maak de test jezelf  bs 1.1

Wat wordt er nu onderzocht?

onderzoek doen

Biologen doen vaak onderzoek.

Zo leren ze dingen.

Vraag: Wie kunnen er langer hun ogen open houden zonder te knipperen. Jongens of meisjes? 

Bedenk bij elk woord  een vraag over biologie

Maak opdracht 5