Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
De ik-vorm
Je hebt de ik-vorm heel vaak nodig met spelling
Slide 1 - Diapositive
START
- weet je nog hoe je de ik-vorm van werkwoorden schrijft?
taalverzorging spelling
Slide 2 - Diapositive
Aantekening
Spelling - ik-vorm en stam
Ik-vorm = ik loop
Stam = hele ww - en (lop)
Overgeschreven?
Schrijf de stam op van:
Lopen, schrijven, lezen, huppelen, bladeren.
Slide 3 - Diapositive
Spelling
Persoonsvorm
Ik > ik-vorm
Jij, u/hij/zij/het > ik-vorm + t
- Behalve als de ik-vorm eindigt op een t
- Behalve als je/jij achter de pv staat > ik-vorm
Meervoud > hele ww
Slide 4 - Diapositive
spelling van de persoonsvorm
Is het onderwerp ik: dan de ik-vorm
lopen - ik loop
Is het onderwerp iemand of iets anders: ik-vorm + t
lopen - jij / hij / zij / u / mijn vriend / onze hond loopt
Slide 5 - Diapositive
Spelling
Hele werkwoord: roepen, brengen
Stam ( -en) : roep, breng
Ik vorm : ik roep, ik breng
Let op! ( Soms moet je een klinker verdubbelen of een medeklinker weghalen)
Hele werkwoord: lopen, trekken
Stam ( -en): lop, trekk
Ik vorm : ik loop, ik trek
Slide 6 - Diapositive
Aantekening
Spelling - Persoonvorm tt
Ik = ik-vorm
Jij u hij zij het = ik-vorm + t
Let op! -t geen extra t
Je of jij achter pv, geen t
Wij jullie zij = hele ww
Slide 7 - Diapositive
Spelling
Noteer van de volgende werkwoorden
de ik-vorm en de jij-vorm.
Doe het zo :
lopen : ik loop
jij loopt
Slide 8 - Diapositive
regels spelling persoonsvorm t.t
- bij ik schrijf je de ik-vorm
- bij jij/u/zij/het schrijf je de ik-vorm +t
- als jij/je achter de persoonsvorm staat, komt er geen extra t.
- bij wij/julli/zij schrijf je het hele werkwoord.
Slide 9 - Diapositive
Even herhalen
Kies de goede spelling van het ww :
Laura boft / bofft met haar vriendin, want zij helpt haar altijd.
Het goede antwoord =
boft
want je schrijft ik-vorm + t en niet stam + t.
Slide 10 - Diapositive
Spelling werkwoorden -> even herhalen
Tegenwoordige tijd :
Regel 1: bij ik schrijf je de ik-vorm
Regel 2: bij jij/u/hij/zij/het, schrijf je de ik-vorm +t
Regel 3: Als de ik-vorm eindigt op een t, dan schrijf je geen extra t
Regel 4: Als je of jij achter de persoonsvorm staat, schrijf je de ik-vorm.
Regel 5: Bij het meervoud schrijf je het hele werkwoord.
Slide 11 - Diapositive
regels spelling persoonsvorm t.t
- bij ik schrijf je de ik-vorm
- bij jij/u/zij/het schrijf je de ik-vorm +t
- als jij/je achter de persoonsvorm staat, komt er geen extra t.
- bij wij/julli/zij schrijf je het hele werkwoord.
voorbeeld:
Slide 12 - Diapositive
Spelling
Tegenwoordige tijd
onderwerp regel
ik of jij achter pv ik-vorm
iets/iemand anders ik-vorm + t
Meerdere personen heel werkwoord
Slide 13 - Diapositive
Paragraaf spelling
Is de zin goed of fout? Let op hoofdletters en werkwoorden!
Bear beloofd haar een cadeautje.
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quiz
Paragraaf spelling
Is de zin goed of fout? Let op hoofdletters en werkwoorden!
Jouw oom en tante zijn vorig jaar verhuist.
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in onderstaande zin? Nadat Femke gisteren haar knie (schaven) door een val, heeft Sanne hem (verbinden).
A
schaafde, verbonden
B
schafde, verbonden
C
schaafdde, verbonden
D
schaafde, verbind
Slide 16 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in onderstaande zin? Volgens mij heb jij je haar (veranderen) of (verbeelden) ik me dat nu maar?
A
verandert, verbeelt
B
veranderd, verbeelt
C
veranderd, verbeeld
D
verandert, verbeeld
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in onderstaande zin? Omdat Yarik snel zenuwachtig (worden) voor een toets, (vermijden) hij te veel stress.
A
word, vermijd
B
wordt, vermijdt
C
wordt, vermijd
D
word, vermijdt
Slide 18 - Quiz
We hebben de werkwoordspelling ......
We hebben deze les dus al hard....
Nu weet ik precies hoe dit werkwoord .... moet worden!
herhaalt
herhaald
gewerkt
gewerkd
gespelt
gespeld
gespeldt
Slide 19 - Question de remorquage
We hebben de werkwoordspelling ......
We hebben deze les dus al hard....
Nu weet ik precies hoe dit werkwoord .... moet worden!
herhaalt
herhaald
gewerkt
gewerkd
gespelt
gespeld
gespeldt
Slide 20 - Question de remorquage
Het gaat nu over werkwoordspelling. Hoe zat het ook alweer met sterke/zwakke werkwoorden?