HA1 frans week 45

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

HA1 frans week 45

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

* Je kunt de juiste lidwoorden gebruiken .

* Je kent de getallen t/m 20

* Je kent woorden die te maken hebben met familie

Le programme :
Apprendre: (=leren) 

Chapitre 1 Bron D en E

Faire: (=doen/ maken)

Maken ex. 16-22

Bonjour! Bienvenue à la semaine quarante-cinq!

Qu'est-ce qu'on va faire?

Wat gaan we doen?

• Répéter les cours avant les vacances=                     herhalen lessen voor de vakantie
• Corriger les devoirs= nakijken huiswerk
• Chapitre 1 bron E p. 38
• Les devoirs = het huiswerk
• Au travail = aan het werk

Zet in het meervoud (mv).
le jour

de zus = la soeur
een zus = _______

Vertaal: de vriend, de vrienden

Répéter le dernier cours 

Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?

Het rad geeft de beurt!

le jour (ev) ___________(mv)

la soeur = de zus ____________ = een zus

de vriend = __________ de vrienden = __________

Corriger les devoirs  

= huiswerk nakijken

Afgelopen week hebben jullie ex.16,17,18,19 gemaakt. 

Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

SharePoint CCS leerlingen / Lesmateriaal / CCS Vakgroep Frans / fa-ha-1 / Antwoorden Boek A

Exercice 20 page 38

1. Prend ton livre.
2. A la page trente-huit.
3. On va faire exercice vingt.
4. Regarde le film.

Faire les devoirs

Poser des questions 

aux voisins ou prof. 

(= vragen stellen aan

je buurman of docent)

Travailler en silence. 

(in stilte werken)

Ex. 21,22ab +

 leren bron E slim stampen

Les 2 week 45

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

* Je kunt de juiste lidwoorden gebruiken .

* Je kent de getallen t/m 20

* Je kent woorden die te maken hebben met familie

Le programme :
Apprendre: (=leren) 

Chapitre 1 Bron F

Faire: (=doen/ maken)

Maken ex. 23-26

Bonjour! Bienvenue à la semaine quarante-cinq!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Répéter le dernier cours
• Corriger les devoir
• Chapitre 1 bron F p. 42
• Les devoirs = het huiswerk
• Au travail = aan het werk

Zet in het meervoud (mv).
la piscine

de hond = le chien
een hond = _______

Vertaal: Wat is jouw telefoonnummer?

Répéter le dernier cours 

Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?

Het rad geeft de beurt!

Zet in het meervoud (mv)  la piscine ________?

de hond = le chien / een hond = _______?

Vertaal: Wat is jouw telefoonnummer?

Corriger les devoirs  

= huiswerk nakijken

Afgelopen week hebben jullie ex.20,21,22 gemaakt. 

Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

SharePoint CCS leerlingen / Lesmateriaal / CCS Vakgroep Frans / fa-ha-1 / Antwoorden Boek A

Exercice 23 page 42

1. Prend ton livre.
2. A la page quarante-deux.
3. On va faire exercice vingt-trois.
4. Lis le texte.

Faire les devoirs

Poser des questions 

aux voisins ou prof. 

(= vragen stellen aan

je buurman of docent)

Travailler en silence. 

(in stilte werken)

Ex. 224abc,25,26a +

 leren bron F slim stampen