H1 assistent verkopen & introductie

H1 Verkoop retail
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H1 Verkoop retail

Slide 1 - Diapositive

Wat houdt verkoop/retail (detailhandel) in?

Slide 2 - Carte mentale

De detailhandel
De detailhandel koopt de goederen bij de producent (fabriek) of bij de groothandel.  
De detailhandel bestaat uit winkels in de straat en de online shops en verkopen hun spullen aan de consument

Slide 3 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een detailhandel

Slide 4 - Question ouverte

Groothandel

Koopt en verkoopt goederen in grote hoeveelheden aan andere bedrijven zoals winkels uit de detailhandel en restaurants.
Voorbeelden zijn de sligro en makro
Detailhandel

Verkoopt kleine hoeveelheden goederen rechtsreeks aan klanten / consumenten.
Dit zijn de winkel in de stad, webshops en ambulante handel ( marktkramen )

Slide 5 - Diapositive

Hoe komen de goederen bij de klant terecht ?

Slide 6 - Diapositive

Goederen

Zijn producten die je kan aanraken.
  • Koffer
  • Shampoo
  • Telefoon
  • Fatbike
  • Sneakers
Diensten

Zijn producten die je niet kan aanraken
  • Vakantie
  • Knipbeurt bij de kapper
  • Telefoonabonnement 
  • Repareren van je fiets
  • Ramen lappen

Slide 7 - Diapositive

Goed
Dienst
Boek
Uit eten gaan
Schoonmaken
Schoonmaakmiddel
Lesgeven
Hamer

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is een branche?
Een groep winkels die ongeveer hetzelfde verkopen. 
Hierin maken wij onderscheid in 2 groepen:

  • Food sector 
  • Non food sector

Slide 9 - Diapositive

Branches in de detailhandel
Food: in branches die vallen onder ‘food’ worden vooral voedings- of genotsmiddelen verkocht. Bijvoorbeeld AGF (aardappelen-, groente- fruitzaken), brood- en banketzaken, slagerijen , slijterijen of supermarkten.

Non-food: in de branches die vallen onder ‘non-food’ worden vooral producten verkocht die je niet kunt eten of drinken. Bijvoorbeeld modewinkels  bloemenwinkels, dierenspeciaalzaken, drogisterijen, speelgoedzaken of warenhuizen.

Slide 10 - Diapositive

Welke branches vallen onder non-food retail?
A
Mode
B
Horeca
C
Landbouw
D
Woonaccessoires

Slide 11 - Quiz

Welke branches behoren tot de retailsector?
A
Warenhuizen
B
Transportbedrijven
C
Bouwbedrijven
D
Supermarkten

Slide 12 - Quiz

De grote van de winkel
Kleinbedrijf
Minder dan tien medewerkers
Middenbedrijf
Tussen de 10 en 50 medewerkers, vaak hebben deze bedrijven/winkels meerdere vestigingen
Grootbedrijf
Meer dan 50 medewerkers . Deze winkels zitten vaak door heel Nederland of hebben zelfs wereldwijd vestigingen zoals bv een Gamma / Footlocker/JD

Slide 13 - Diapositive

Kleinbedrijf
Middenbedrijf
Grootbedrijf
Jumbo
HEMA
Een bakker 
IKEA
Fietsenmaker

Slide 14 - Question de remorquage

Fysieke winkel
"winkels die je kunt bezoeken"
Webwinkel
"winkels waar je online je spullen kunt kopen

Slide 15 - Diapositive

Waar koop jij vaker iets?
A
Fysieke winkel
B
Online winkel

Slide 16 - Quiz

Waar werkt de assistent verkoop retail?
A
Fysieke winkel
B
winkel

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Werken bij bakker Bart 

Slide 19 - Diapositive

Je hebt de vacature gelezen
Welke bijzonderheden staan hier op?

Slide 20 - Carte mentale

Functies in de retail
  • Assistent manager verkoop/retail
  • Retailmedewerker
  • kassamedewerker
  • vakkenvuller
  • E-commerce
  • Manager
  • Ondernemer 

Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Ga op internet opzoek naar drie vacatures in de retail in de stad waar jij woont. 
Schrijf op: 
- Bij welk bedrijf is de vacature
- Wat is de functie
- Aan welke eisen / voorwaarden moet ik aan voldoen

Slide 22 - Diapositive

Persoonlijke presentatie
Wanneer je in een winkel werkt, is het belangrijk dat je een verzorgde uitstraling hebt.
                                 Hierbij letten we op :
  • Lichaam 
  • Kleding
  • Gedrag




Slide 23 - Diapositive

Lichaam
Douchen 
Gebruik deodorant
Poets je tanden
Kam je haren
Verzorg je handen
Gebruik niet teveel parfum 

Slide 24 - Diapositive

kleding
Draag gepaste ( werk ) kleding

Slide 25 - Diapositive

Gedrag
Do's
  • Zorg voor een openhouding
  • Maak klant contact
  • Stel vragen en toon interesse
Don'ts
  • Telefoon gebruik in bij zijn klant
  • Muziek luisteren met oordopjes
  • Drukker zijn met collega's dan met klant


Slide 26 - Diapositive

Vragen ???

Slide 27 - Diapositive

Naar welke winkel ga jij graag?
Leg uit waarom

Slide 28 - Question ouverte