Leesvaardigheid (deel)onderwerp, hoofdgedachte, tekstdoelen

Wat zegt de schrijver over het onderwerp in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat over hetzelfde gaat, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
Hoofdgedachte
Alinea
onderwerp
deelonderwerp
Tekstdoelen
1 / 38
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat zegt de schrijver over het onderwerp in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat over hetzelfde gaat, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
Hoofdgedachte
Alinea
onderwerp
deelonderwerp
Tekstdoelen

Slide 1 - Question de remorquage

Doelen van deze les:
  • Kun je het (deel)onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst benoemen
  • Weet je welk tekstdoel een tekst heeft:
       amuseren - overtuigen - overhalen - informeren - instrueren



Slide 2 - Diapositive

Tekstdoel, (deel)onderwerp en hoofdgedachte

Deze les bestaat uit 2 delen
1. (Deel)onderwerp en hoofdgedachte

2. Tekstdoelen: amuseren, instructie geven, informeren, overhalen, overtuigen

Slide 3 - Diapositive

1. (deel)onderwerp en hoofdgedachte
Uitleg & oefenen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

1. Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Deelonderwerp
  • Het onderwerp van één (of meerdere) alinea's.
  • Iedere alinea gaat over een deelonderwerp.
  • Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.


Slide 9 - Diapositive

Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.

Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot

Slide 10 - Diapositive

Onderwerp: 
Black Friday 
Deelonderwerp:
Ontstaan van Black Friday 
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzinaanbiedingen
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 13 - Question ouverte

2. Tekstdoelen
Uitleg & oefenen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welke tekstdoelen ken je?

Slide 16 - Question ouverte

Voorbeelden van teksten met als doel 'amuseren'

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Diapositive

Voorbeelden van teksten met als doel 'informeren'

Slide 19 - Carte mentale

Slide 20 - Diapositive

Voorbeelden van teksten met als doel 'instructie geven'

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Diapositive

Voorbeelden van teksten met als doel 'overhalen'

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 35 - Quiz

Informeren 
Overtuigen
Amuseren 
Activeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt 
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij 
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen

Slide 36 - Question de remorquage

Slide 37 - Diapositive

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 38 - Carte mentale