Spelling verleden tijd sterke werkwoorden

Rekenen
getallendictee les 5
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
getallendictee les 5

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordspelling 
In deze les oefenen we de verleden tijd sterke werkwoorden foutloos schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Verwarrende werkwoorden

Een gedicht van Joke van Leeuwen

Slide 3 - Diapositive


Lopen wordt liep, 
maar hopen niet hiep.


Laten wordt liet,
maar praten niet priet.


Komen wordt kwam,
maar dromen niet dram.

Vragen wordt vroeg,
maar zagen niet zoeg.



Vliegen wordt vloog,
maar wiegen niet woog.


Bieden wordt bood,
maar spieden niet spood.

Slide 4 - Diapositive

Vriezen wordt vroor,
maar niezen niet noor



Lijken wordt leek,
maar prijken niet preek.


Krijgen wordt kreeg,
maar hijgen niet heeg
Zenden wordt zond,
maar wenden niet wond.


Brengen wordt bracht
maar mengen niet macht.


Sterven wordt stierf,
maar verven niet vierf.

Slide 5 - Diapositive

Oefenen met sterke werkwoorden

Slide 6 - Diapositive

spreken - Hij ...... de hele dag over de wedstrijd (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 7 - Question ouverte

vliegen - De vliegtuigen ........ rakelings langs elkaar (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 8 - Question ouverte

springen- de kinderen ...... van het muurtje af (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 9 - Question ouverte

nadenken - Ik ...... na over hoe ik deze som moest oplossen (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 10 - Question ouverte

gelden- In Duitsland ...... andere regels (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 11 - Question ouverte

Werkwoordspelling 
In deze les oefenen we de verleden tijd sterke werkwoorden 
foutloos schrijven.

Slide 12 - Diapositive