7.1 Kwadratische formules

7 Verbanden
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

7 Verbanden

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Een lineair verband

Slide 5 - Diapositive

5

Slide 6 - Diapositive


Dit is een ...
A
kwadratisch verband
B
lineair verband
C
wortelverband
D
omgekeerd evenredig verband

Slide 7 - Quiz

Wat voor soort verband is dit?
Hoogte = 2x-6
A
Lineair
B
Lineair dalend
C
Lineair stijgend
D
Evenredig

Slide 8 - Quiz

Welk verband hoort bij de tabel?

A
Kwadratisch verband
B
Wortelverband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband

Slide 9 - Quiz

Welk verband hoort bij deze tabel?
A
Lineair verband
B
Recht evenredig
C
Kwadratisch verband
D
Omgekeerd evenredig

Slide 10 - Quiz

Algemene vorm formule parabool
Algemene vorm van kwadratisch verband

y = ax2 + bx + c              De letters ab en c zijn getallen. 

Voorbeeld
y = 2 x2 + 4x + 8   ==>   a = 2  en b = 4 en c = 8    (dalparabool)
y = -X - 3X - 12     ==>  a = -1   en b = -3   en c = -12 (bergparabool)

Slide 11 - Diapositive

Wanneer een berg of een dal parabool?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

 De top van een parabool

Slide 14 - Diapositive

Top van een parabool
Notatie coördinaten top: (x     , y      ), dus (2 , 4)

Als je alleen de formule krijgt:

x     =                  ofwel x     = 
y-coördinaat berekenen , dus y      
vul x      in de formule in.
top
top
top


2ab
2ab
top
top
top

Slide 15 - Diapositive

timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welk verband hoort er bij deze formule?
A
Lineair verband
B
Wortel verband
C
Kwadratisch verband
D
Geen verband

Slide 21 - Quiz

Bij deze grafiek
hoort een ......
A
Kwadratisch verband
B
Lineair verband
C
Periodiek verband
D
Omgekeerd evenredig verband

Slide 22 - Quiz

Welke getallen moeten er komen te staan in hokje A, B en C?
B
C
A
A
A= -3 , B= -2, C=-2
B
A= -3 , B= -4, C=0
C
A= -3 , B= -4, C=-8
D
A= -3 , B= -2, C=-6

Slide 23 - Quiz


x
-2
-1
0
1
2
y
5
2
1
2
5
A
Kwadratisch verband
B
Lineair verband
C
Wortelverband
D
Geen verband

Slide 24 - Quiz

MAKEN EN NAKIJKEN
  • VOORKENNIS  + 7.1  Kwadratische formules 

Slide 25 - Diapositive